5.2.6
Werktuigwissel
Functionaliteit
Principieel moet een onderscheid worden gemaakt tussen een manueel en een automatisch
werktuigwisselsysteem.
Bij een automatisch systeem wordt de werktuigwissel gestuurd door het PLC-
gebruikersprogramma. Het actueel ingewisselde werktuig wordt aangegeven op het
basisscherm "Manuele machine Plus".
Bij een manueel systeem wordt het werktuignummer manueel ingevoerd in een
invoerscherm.
Beeld 5-5
Bedieningsstappen
Om het gewenste werktuignummer in te voeren, gaat u als volgt te werk:
1. Plaats de cursor in het invoerveld voor de T-waarde.
2. Voer met de cijfertoetsen het gewenste werktuignummer in
3. Bevestig het werktuignummer met de toets <INPUT>.
Beeld 5-6
4. Druk op de toets <NC-Start>.
De werktuigwissel wordt uitgevoerd.
Manuele machine Plus Draaien
Programmeer- en bedieningshandboek, 09/2007, 6FC5398-6CP10-0JA0
5.2 Weergave- en bedieningsmogelijkheden op het basisscherm "Manuele machine Plus"
Fragment van het basisscherm "Manuele machine Plus" Ingave werktuignummer
(het gewenste werktuig moet aangelegd zijn in de werktuiglijst!).
De volgende infotekst met het desbetreffende werktuignummer verschijnt:
Werktuigwissel met NC-start
Met de softkey "Annuleren" bevestigt u deze infotekst.
Manueel bewerken
41