FERRO 100 II Deel 2 Overzicht - Bediening - Lijst met reserveonderdelen
Stilzetten in een noodgeval
25 Stilzetten in een noodgeval
Stilzetten in een noodgeval
Afb. 51: Stilzetten
Na de reddingsmaatregelen
26 Werkzaamheden voor het verhelpen van storingen
26.1 Gedrag bij storingen
Gedrag bij storingen
34
In gevaarlijke situaties moeten machinebewegingen zo snel mogelijk
worden gestopt en de energietoevoer worden uitgeschakeld.
In het geval van gevaar het volgende doen:
1. De hoofdschakelaar of de hoofdomkeerschakelaar
de positie „0" draaien.
2. Hoofdschakelaar of hoofdomkeerschakelaar met slot tegen
herstarten beveiligen.
3. Verantwoordelijken ter plaatse informeren.
4. Indien nodig arts en brandweer alarmeren.
5. Personen uit de gevarenzone bergen, EHBO toepassen.
6. Toegangswegen voor reddingsvoertuigen vrijhouden.
7. Als het noodgeval dermate zwaar is, de betreffende
autoriteiten informeren.
8. Vakpersoneel de opdracht geven tot het verhelpen
van de storing
WAARSCHUWING!
Levensgevaar door vroegtijdig opnieuw
inschakelen!
Bij opnieuw inschakelen bestaat levensgevaar
voor alle personen in de gevarenzone.
Voor opnieuw inschakelen controleren,
of er geen personen in de gevarenzone zijn.
9. Installatie voor het opnieuw in bedrijf stellen controleren
en verzekeren, dat alle veiligheidsinrichtingen zijn
geïnstalleerd en werken.
Algemeen geldt:
1. Bij storingen, die direct gevaar voor personen of materiaal
vormen, direct de noodstopfunctie uitvoeren.
2. Oorzaak van de storing bepalen.
3. Indien bij het verhelpen van de storing werkzaamheden in
de gevarenzone nodig zijn, de installatie uitschakelen en
beveiligen tegen opnieuw inschakelen.
4. Verantwoordelijke personen ter plaatse onmiddellijk over
de storing informeren.
5. Afhankelijk van het type storing, deze door geautoriseerd
vakpersoneel laten verhelpen of zelf verhelpen.
AANWIJZING!
De volgende storingstabel geeft informatie over
wie geautoriseerd is de storing te verhelpen.
2018-03-26