c. Items die uitleg behoeven
De items in de gebruiksaanwijzing die zijn gemarkeerd met
WAARSCHUWING en
VOORZORGSMAATEREGELEN
hebben betrekking op situaties waaruit lichamelijk letsel en materiële
schade kan voortvioeien. Bovendien bevat de gebruiksaanwizing
instructies vooe het normale gebruik van het systeem. Het is van
balang dat u de cliënt een volledinge beschrijving geeft van de werk-
ing van het systeem en beveel de cliënt aan om de gebruiksaanwijz-
ing goed te lezen.
2-4
OPMERKINGEN VOOR DE INSTALLATEUR
• Geef uw klanten uitgebreide instructies (voor de bediening
van de verschillende functies en het instellen van de temper-
atuur) door de klant zelf het apparaat te laten bedienen met
behulp van de instructies in de handleiding.
3.
HET SELECTEREN VAN DE PLAATS
〈Behoud de ophangbeugels in het geval van het verplaat-
sen van de binnen- en buitenunits tijdens of na het openen
van de verpakking. Oefen geen overmatige druk uit op
overige onderdelen, zoals de koelmiddelleidingen, afvoer-
leidingen of de flenzen in het bijzonder.〉
〈Voorzie de binnenunit van warmte-isolatiemateriaal als de
kans bestaat dat de temperatuur boven het plafond 30°C
overschrijdt en de relatieve vochtigheid 80% is.〉
〈Het isolatiemateriaal moet van glaswol of polyethyleens-
chuim zijn, een minimum dikte van 10 mm hebben en in de
opening van het plafond aangebracht kunnen worden.〉
(1) Kies een plaats die aan de volgende voorwaarden voldoet
en de goedkeuring van de cliënt heeft.
• Een plaats waar koele (warme) lucht naar de gehele
ruimte wordt gevoerd.
• Waar de luchtdoorgangen niet geblokkeerd worden.
• Waar condens goed kan worden afgevoerd.
• Wanneer het gebouw ter plaatse van de ophanging van
het apparaat niet sterk genoeg is om het gewicht van het
apparaat te dragen, kan het apparaat loskomen en ern-
stig letsel veroorzaken.
• Waar het valse plafond niet duidelijk overhelt.
• Waar voldoende ruimte voor installatie en onderhoud
gerealiseerd kan worden.
• Waar geen gevaar voor lekkage van gevaarlijke gassen
bestaat. (Zie Afb. 2-1)
• Waar het buizenwerk tussen de binnen- en buitenunits
binnen de voorgeschreven limiet blijft. (Zie de installatie-
handleiding van de buitenunit.)
VOORZORGSMAATREGELEN
• Zorg ervoor dat de afstand tussen buitenunits, voedingska-
bel en besturingskabels en televisies en radio's minimaal 1 m
bedraagt, om vervorming van het beeld en interferentie te
voorkomen.
(Bij sommige radiofrequenties kan een afstand van 1 meter
in voorkomende gevallen onvoldoende blijken te zijn om ver-
vorming van het radiosignaal te voorkomen.)
• In het geval een draadloze afstandsbediening wordt geïn-
stalleerd, is het mogelijk dat het zendbereik van de draadloze
afstandsbediening in kamers met TL-verlichting of een elek-
tronisch type verlichting (d.w.z. TL-verlichting met omzetter
of snelstarter) korter is dan verwacht.
Houd de afstand tussen de ontvanger en de TL-verlichting zo
groot mogelijk.
Nederlands
(2) Gebruik ophangbouten voor het installeren van de binne-
nunit. Controleer of de plaats van installatie bestand is
tegen het gewicht van de binnenunit. Bevestig de ophang-
bouten indien nodig met geschikte balken.
Plafond
Vloeroppervlak
• De afmeting H1 geeft de hoogte
van het product aan.
• Bepaal de afmeting H2 door een
aflopende helling aan te houden
van tenminste 1/100 zoals
gespecificeerd in "7. HET
AANLEGGEN VAN DE
AFVOERBUIZEN".
4.
VOORBEREIDINGEN VOOR INSTALLATIE
(1) Controleer de positionele verhouding tussen het gat in het
plafond en de hangbout van de unit.
• Maak voor onderhoud, inspectie en overige rep-
aratiewerkzaamheden aan de besturingskast en de
afvoerpomp een van de volgende onderhoudsopenin-
gen gereed.
1. Inspectieluik 1 (450 × 450) voor de besturingskast en
een minimum ruimte van 300 mm voor het onderste
deel van het product. (Zie Afb. 2-2)
2. Inspectieluik 1 (450 × 450) voor de besturingskast en
inspectieluik 2 voor het onderste deel van het product
(zie aanzicht in axiale richting A-1). (Zie Afb. 2-3)
3. Inspectieluik 3 voor het onderste deel van het product
en het onderste deel van de besturingskast (zie aan-
zicht in axiale richting A-2). (Zie Afb. 2-3)
Geval 1
Inspectieluik
700
631
(Spoed van
ophangbout)
Luchtuitlaat
Onderkant
van unit
Ophangbout (× 4)
(lengte : mm)
Min. 700
(ruimte voor onderhoud)
[Vereiste installatieplaats]
De afmetingen geven de
minimaal vereiste ruimte voor
installatie aan.
Afb. 2-1
Besturingskast
Plafond
Inspectieluik 1
(450×450)
Besturingskast
Luchtinlaat
Afb. 2-2
4