Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Daikin FXMQ20PVE Installatiehandleiding pagina 10

Inhoudsopgave

Advertenties

• Leg een afvoerverbindingsleiding aan als de helling
onvoldoende is.
• Bevestig met tussenruimten van 1- 1,5 m steunbeu-
gels om doorbuiging van de leidingen te voorkomen.
1 - 1,5 m
Aflopende helling van tenminste 1/100
• Gebruik de afvoerslang (2) en de metalen klem (1).
Steek de afvoerslang (2) diep in het voetstuk van de
afvoermof en maak de metalen klem (1) stevig vast
binnen het met tape omwikkelde gedeelte op het
voorste insteekuiteinde van de slang.
Maak de schroef van de metalen klem (1) vast totdat de
marge van de schroefdraad 4 mm of minder is
geworden.
Metalen klemp (1)
(accessoire)
Tape
OPMERKING
Volg onderstaande instructies.
• Sluit de afvoerleiding niet rechtstreeks aan op een
afvoer die naar ammonia ruikt.
De ammonia in de afvoer kan via de afvoerleiding bin-
nendringen en corrosie van de warmtewisselaar van de
binnenunit veroorzaken.
• De meegeleverde afvoerslang (2) niet buigen of ver-
draaien door overmatige kracht op de slang uit te
oefenen. (Dit kan waterlekkage veroorzaken.)
• Volg de procedure aangegeven in onderstaande afbee-
lding voor het aanleggen van een geconcentreerde afvo-
erleiding.
Geconcentreerde afvoerleiding
Houd een aflopende helling van tenminste
1/100 aan zodat er zich geen luchtbellen
kunnen vormen.
De afvoerleidingen zullen verstopt raken met
water en er kan waterlekkage ontstaan als er
zich water in de afvoerleidingen verzamelt.
Nederlands
Steunbeugel
Afvoerslang (2)
(accessoire)
• Kies de diameter van de geconcentreerde afvoerleiding
overeenkomstig de capaciteit van de apparatuur die
aangesloten wordt op de geconcentreerde afvoerleiding
(zie het blad met het overzicht van de apparatuur).
Plafondsteen
300 mm max.
Metalen klem (1) (accessoire)
Afvoerslang (2) (accessoire)
Afvoerslang (2) (accessoire)
Plaats de afvoerslang horizontaal
of met een geringe opwaartse
helling.
Als er luchtbellen zijn, kunnen er bijgeluiden
ontstaan als gevolg van het terugstromen van het
water wanneer de afvoerpomp tot stilstand komt.
(2) Controleer of de afvoer van de leidingen soepel verloopt na
het voltooien van het aanleggen van de leidingen.
[Alvorens het uitvoeren van het bedradingswerk]
VOORZORGSMAATREGELEN
• Het aanleggen van de elektrische bedrading (inclusief
aardingswerk) dient uitgevoerd te worden door een erk-
ende elektromonteur.
• Als geen erkende elektromonteur beschikbaar is, volg
dan stappen 3 en 4 nadat het proefdraaien van de aircon-
ditioner voltooid is.
1. Verwijder het deksel van de besturingskast en sluit de
enkelfase elektrische draden aan op de aansluit-
punten L en N van het aansluitingenblok en de aard-
ingsdraad op het aardingsaansluitpunt.
Leg de bedrading aan overeenkomstig 10-1 AANSLU-
ITEN VAN DE VOEDINGSBEKABELING, AARDING-,
AFSTANDSBEDIENING- EN VERBINDINGSBEKABEL-
ING in 10. BEDRADINGSVOORBEELD EN HET
INSTELLEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING.
VOORZORGSMAATREGELEN
• Om het uitoefenen van druk op de bedradingsaansluitingen te
voorkomen, de bedrading stevig vastklemmen met de mee-
geleverde klem (8) zoals voorgeschreven in 3 in 10-1 AANSLU-
ITEN VAN DE VOEDINGSBEKABELING, AARDING-,
AFSTANDSBEDIENING- EN VERBINDINGSBEKABELING.
2. Controleer of het deksel van de besturingskast gesloten is
alvorens de airconditioning in te schakelen.
3. Giet ongeveer een liter water geleidelijk via de waterto-
evoer aan de onderzijde van de afvoermof of de uitlaat in
de afvoerbak. Zorg ervoor dat het water niet op de afvoer-
pomp gemorst wordt.
1 - 1,5 m
Steunbeugel
Afvoerverbindingsleiding
(niet meegeleverd)
Afstelbaar
(467 mm max.)
Horizontaal of
opwaartse helling
8

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave