Inhoudsopgave
Advertenties
De toegestane lengte van de verbindingsbekabeling en van de
bedrading van afstandsbediening zijn als volgt.
(1) Buitenunit - Binnenunit:
Max. 1000 m (totale lengte bedrading: 2000 m)
(2) Binnenunit - Afstandsbediening:
Max. 500 m
OPMERKING
1. Alleen in geval van beschermde leidingen. Gebruik
H07RN-F in geval van geen bescherming.
2. Vinylsnoer met mantel of kabel (isolatiedikte: 1 mm of
meer)
10. BEDRADINGSVOORBEELD EN HET
INSTELLEN VAN DE AFSTANDSBEDI-
ENING
10-1 AANSLUITEN VAN DE VOEDINGSBEKABEL-
ING, AARDING-, AFSTANDSBEDIENING- EN
VERBINDINGSBEKABELING
(Verwijder het deksel van de besturingskast zoals hieronder
getoond en sluit de draden aan.)
(1) Verwijder het deksel van de besturingskast.
(2) Leid de draden in de besturingskast door de bedradingsin-
gang aan de zijkant van de besturingskast.
Hoge spanning bedradingsingang
Voedingskabel (Hoge spanning)
Aardingskabel (Hoge spanning)
VOORZORGSMAATREGELEN
• Leg de afstandsbedieningsbekabeling of de verbindingsbek-
abeling niet naast de voedingsbekabeling of andere elek-
trische bedrading in dezelfde route. Leg de
afstandsbedieningsbekabeling en de verbindingsbekabeling
op tenminste 50 mm afstand van de voedingsbekabeling of
overige elektrische bedrading, om het ontstaan van defecten
of problemen veroorzaakt door externe elektrische storing
overgebracht op de afstandsbedieningsbekabeling en de
verbindingsbekabeling te voorkomen.
11
Schroef
(3 gedeelten)
Lage spanning bedradingsingang
Verbindingsbekabeling
(Lage spanning)
Bedrading afstandsbediening
(Lage spanning)
• Zie voor de installatie en de bedrading van de afstandsbedi-
ening, de installatiehandleiding van de afstandsbediening
behorend bij de afstandsbediening.
• Zie voor de voedingsbekabeling ook het bedradingsschema.
• Verbind de afstandsbedieningsbekabeling en de verbind-
ingsbekabeling correct met het juiste aansluitingenblok.
(3) Volg onderstaande instructies en leg de bedrading in de
besturingskast aan.
Bevestig de bedrading
Verbindingsbekabeling
met de klem (8) aan de
draadbevestigingssteun
(Lage spanning)
meegeleverd met
Bedrading
de besturingskast.
afstandsbediening
(Lage spanning)
Voedingskabel
(Hoge spanning)
Aardingskabel
(Hoge spanning)
Aarding L N
Verbindingsmethode van
voedingsbekabelingsaans-
luitpunten (X1M)
Draai en bevestig het
bovenste gedeelte zodat de
draden niet los kunnen raken.
Bevestig de draad met de
klem (8) aan de
draadbevestigingssteun
meegeleverd met de
besturingskast.
WAARSCHUWING
Knip de draden en leg ze nauwkeurig en zet het deksel van
de besturingskast stevig vast.
Er bestaat het gevaar voor elektrische schokken of brand als
draden tussen het deksel van de besturingskast beklemd raken
of als de draden het deksel omhoog duwen.
(4) Breng het deksel van de besturingskast aan en wikkel het
draadafdichtmateriaal (Klein) (10) rondom de draden zodat
de draaddoorvoergaten geblokkeerd worden.
VOORZORGSMAATREGELEN
• Nadat alle aansluitingen zijn gemaakt, vult u eventuele gaten
in de doorvoeropeningen met stopverf of isolatiemateriaal
(plaatselijk verkrijgbaar) om te voorkomen dat kleine dieren
of insecten van buitenaf in de unit terechtkomen. (Als dit wel
mocht gebeuren, kunnen de dieren kortsluiting veroorzaken
in de besturingskast.)
Steek de kabel in de
bedradingsklemmen
meegeleverd met de
besturingskast.
VERBODEN
De voedingsbekabeling nooit
aansluiten.
P
1
P
2
F
1
F
2
T
1
T
2
Verbindingsbekabeling
(Geen polariteit)
Bedrading
afstandsbediening
(Geen polariteit)
Aansluitmethode van aansluitpunten
van afstandsbediening (X2M)
• Als gevlochten draden worden
gebruikt, het voorste uiteinde
van de draden niet solderen.
Draaddoorvoergaten
Nederlands
Advertenties
Inhoudsopgave
