Afbeelding 54. Cyclusparameters bewerken.
5. Lysistijd. Selecteer de pijl omlaag en voeg de nieuwe
waarde toe. Druk op de knop Run/Stop. De
maximumtijd die kan worden toegevoegd, bedraagt 60
minuten; het minimum bedraagt nul minuten.
Bindtijd. Selecteer de pijl omlaag en voeg de nieuwe
waarde toe. Druk op de knop Run/Stop. De
maximumtijd die kan worden toegevoegd, bedraagt 60
minuten; het minimum bedraagt nul minuten.
Droogtijd. Selecteer de pijl omlaag en voeg de nieuwe
waarde toe. Druk op de knop Run/Stop. De
maximumtijd die kan worden toegevoegd, bedraagt 60
minuten; het minimum bedraagt nul minuten.
Elutietijd. Selecteer de pijl omlaag en voeg de nieuwe
waarde toe. Druk op de knop Run/Stop. De
maximumtijd die kan worden toegevoegd, bedraagt 60
minuten; het minimum bedraagt nul minuten.
Aantal cycli. Selecteer de pijl omlaag en voeg de nieuwe
waarde toe. Druk op de knop Run/Stop. Het
maximumaantal cycli dat kan worden toegevoegd,
bedraagt 3; het minimum bedraagt 1.
6. Zodra de parameters voor de gebruikersmethode zijn
gedefinieerd, kan aan de nieuwe methode een naam
worden toegewezen en kan een PIN worden
toegevoegd. Door PIN-beveiliging kunnen onbedoelde
wijzigingen worden voorkomen. Nadat u de parameters
hebt gewijzigd, drukt u op de pijl vooruit om het
scherm Opties gebruikersprotocol te openen.
Promega Corporation
2800 Woods Hollow Road • Madison, WI 53711-5399 USA
Toll Free in USA 800-356-9526 • Phone 608-274-4330
Technische handleiding Maxwell
®
Afbeelding 55. Scherm Opties gebruikersprotocol.
7. Om een naam toe te wijzen aan een methode, selecteert
u Protocolnaam bewerken/toevoegen en voert u de naam
van de methode in met behulp van het toetsenbord.
Selecteer de knop Run/Stop om terug te keren naar het
scherm Opties gebruikersprotocol.
8. Er kan een PIN worden toegevoegd, die moet worden
ingevoerd om de methode te kunnen bewerken. De
PIN mag uit maximaal vier cijfers bestaan. Het wordt
aanbevolen een aparte lijst bij te houden met alle
methoden en gekoppelde PIN-nummers. Selecteer de
optie PIN bewerken/toevoegen op het scherm Opties
gebruikersprotocol. Voer de PIN in met behulp van het
toetsenbord en druk vervolgens op de knop Run/Stop.
Bevestig de PIN en druk nogmaals op de pijl vooruit.
De welkomstbrief, die u met het instrument hebt
ontvangen, bevat een beheerderswachtwoord dat kan
worden gebruikt om alle met PIN beveiligde opties te
openen.
Op het Maxwell
®
16 IVD Instrument kunnen 10 aangepaste
SEV-methoden en 10 aangepaste LEV-methoden worden
opgeslagen. Als er 10 aangepaste methoden bestaan, kunt
u aangepaste methoden toevoegen door een bestaande
methode te wijzigen.
Bestaande, door de gebruiker gedefinieerde methode
wijzigen
1. Selecteer Instelling op het scherm Hoofd om een
bestaande aangepaste methode te wijzigen. Selecteer
Gebruikersprotocol op het scherm Maxwell
Configuratie. Hiermee wordt het scherm
Gebruikersprotocollen met de lijst met protocollen
geopend. Selecteer het bestaande aangepaste protocol
dat u wilt wijzigen en druk op de knop Run/Stop.
Selecteer Bewerken op het scherm Gebruikersprotocol
en selecteer de knop Run/Stop.
16 IVD Instrument
®
16
part# TM315
rev. 4/15
37