14. VORSTBEVEILIGING VAN WATERVERWARMING
In modellen met waterverwarming wordt de watertemperatuur continu door een sensor gecontroleerd
om bevriezing te voorkomen.
Als de watertemperatuur tot onder 12°C zakt, begint de kraan zich te openen (als het al niet open was)
en wordt het vorstrisicoalarm geactiveerd.
Als de watertemperatuur onder 7°C daalt, dan worden de ventilatoren stopgezet en gaat het alarm "Wa-
ter temp te laag, systeem uit" af. Pas als de temperatuur boven de 7°C komt, zal de unit weer aanslaan.
Unit in UIT-modus
Als de unit UIT is, blijft de vorstbescherming actief om te proberen een constante retour water tempe-
ratuur van 25°C te handhaven.
15. VORSTBEVEILIGING VAN WARMTEWISSELAAR
Deze functie voorkomt bevriezing van de condensaten in de warmtewisselaar (aan de kant waar de lucht
naar buiten wordt afgevoerd).
De PRO-REG controller beschikt over 4 verschillende mechanismen om de warmtewisselaar te be-
schermen:
Functie
Besturing
voorverwarming
Onbalans
ventilatoren
Opening by-pass
Controle op de
temperatuur van
de aanvoerlucht
Strategie
• Deze wordt geactiveerd wanneer de temperatuur van de afvoerlucht onder
6ºC daalt. In geval van een voorverwarmingsbatterij (Zie hoofdstuk "Besturing
van een externe voorverwarmingsbatterij") wordt de batterij door de control-
ler geactiveerd en wordt de externe lucht vóór de warmteterugwinningsinlaat
verwarmd.
• Wordt geactiveerd wanneer de temperatuur van de afvoerlucht onder 4ºC
daalt. De unit schakelt over naar de ontdooimodus. De SAF toevoerventilator
wordt ingesteld op 50% van zijn nominale snelheid, terwijl de EAF afvoerven-
tilator met zijn nominale snelheid blijft draaien.
• Wordt geactiveerd wanneer de temperatuur van de afvoerlucht onder 2ºC
daalt. Op dat moment gaat de by-pass klep open. De toevoerlucht wordt
rechtstreeks in het gebouw geblazen en de afvoerlucht wordt gebruikt om de
warmtewisselaar te ontdooien.
• In deze situatie schakelt de unit over naar de ontdooifunctie, en wordt het
alarm "Analoge verwijdering van ijsafzetting" geactiveerd.
• Als de temperatuur van de aanvoerlucht onder 11°C daalt, zal de unit na 5 min
automatisch stoppen, en 1 uur later opnieuw opstarten, ongeacht het geacti-
veerde beschermingsmechanisme.
• Deze parameters zijn confi gureerbaar.
43