10.4.1. Handhaven van een constante luchttemperatuur
Constante luchttoevoer
TºC
10.4.2. Handhaven van een constante kamertemperatuur
Constante luchttoevoer
Kamer TºC
10.4.3. Temperatuur setpoint aanpassing versus buitentemperatuur
Constante luchttoevoer TºC
met buiten TºC compensatie
Het toevoer setpunt wordt
dan aangepast met betrek-
king tot deze curve, maar
de aanpassing met +/-3°C
vanaf
het
blijft mogelijk.
10.4.4. Automatische regelmodus
Afhankelijk van de temperaturen, kiest de regeleenheid de meest geschikte tempe-
ratuurregelmodus, uit "Toevoertemperatuurregeling met compensatie voor buiten-
temperatuur" en kamer temperatuur regeling.
10.5. TIME PROGRAMMING
De controller heeft verschillende klokken voor individuele programmering: verminderde luchtstroming,
normale luchtstroom, uit.
Normaal snelheid: komt overeen met de normale druk in COP modus en normale luchtstroming in
CAV modus.
Verminderde snelheid: komt overeen met verlaagde druk in COP modus en verminderde luchtstroming
in CAV modus.
Vakantieperiodes kunnen worden geprogrammeerd, de overgang naar de zomertijd is automatisch.
Vrije koeling door de nachtfunctie kan worden geprogrammeerd om de CTA-controller buiten de gepro-
grammeerde periodes te laten starten.
Verwarmingsmodus
Verwarmingsmodus
Verwarmingsmodus
Setpoint
hoofdscherm
Reguleren van de temperatuur wordt berekend uit een verge-
lijking tussen de temperatuur van de uitgeblazen lucht en de
ingestelde waarde.
De toevoer wordt trapsgewijs geregeld met de omgevingstem-
peratuur. Het verschil tussen de omgevingstemperatuur en het
setpoint bepaalt de aanvoertemperatuur.
De regelaar is geprogrammeerd om te reageren op het verzoek
om de omgevingstemperatuur aan te houden met beperkte
verse luchttoevoertemperatuur, binnen een toelaatbaar bereik
(12-30°C).
De werking van de controller is vergelijkbaar met 10.3.1.
Het verschil bestaat uit het niet defi niëren van slechts één
setpoint, maar een compensatie curve gedefi nieerd in de fa-
briek met 8 setpunten.
Inblaas
lucht
37