te drukken.
U kunt de belichting instellen binnen een bereik van –3,0 EV tot +3,0 EV.
Opmerking
U kunt voor bewegende beelden de belichting instellen binnen een bereik van
−2,0 EV tot +2,0 EV.
Als u een onderwerp opneemt in uiterst heldere of donkere omstandigheden, of
wanneer u de flitser gebruikt, kunt u mogelijk geen bevredigend resultaat
bereiken.
Als u [Handm. belichting] gebruikt, kunt u de belichting alleen compenseren als
[ISO] is ingesteld op [ISO AUTO].
[54] Hoe te gebruiken
Lichtmeetfunctie
Selecteert de lichtmeetfunctie die instelt welk deel van het scherm moet worden
gemeten voor het bepalen van de belichting.
1. MENU →
instelling.
Menu-onderdelen
Multi:
Na opdeling van het totale scherm in meerdere gebieden wordt het licht op elk
gebied gemeten, en zo wordt de juiste belichting van het hele scherm bepaald
(Multi-patroonmeting).
Midden:
Meet de gemiddelde helderheid van het hele scherm, terwijl de nadruk ligt op het
middengedeelte van het scherm (Middengewogen meting).
Spot:
Meet alleen het middengedeelte (Spotmeting). Deze functie is nuttig wanneer het
onderwerp van achteren wordt belicht of wanneer er een sterk contrast is tussen
het onderwerp en de achtergrond.
Opmerking
De opnamefuncties gebruiken
(Camera- instellingen) → [Lichtmeetfunctie] → gewenste
Belichting instellen