Inhoudsopgave
Advertenties
7
Aanwijzingen over de resultaatanalyse
Afbeelding 21, typische BZV curve
1. De BZV-meetwaarden moeten altijd hoger zijn dan de vorige dag.
2. De BZV-meetwaarden nemen niet lineair toe. De toename is altijd kleiner dan de vorige dag.
3. Als de BZV-meetwaarden lineair stijgen, dan heeft het monster een hogere BZV-waarde dan bij de
voorbereiding van het monster te verwachten was.
4. Als tijdens de meting de BZV-meetwaarden plotseling sterk stijgen, dan kan dit het gevolg van
nitrifi catie zijn.
5. Als BZV-meetwaarden tijdens de meting dalen, dan kan het systeem lek geworden zijn.
De voorgaande informatie en uitleg hebben betrekking op gebruikelijke monsters (stedelijk afval-
water) en normaal gedrag van de bacteriën tijdens een BZV-meting. Speciale gevallen zijn echter
altijd mogelijk en resulteren uit de desbetreffende omstandigheden. Zo kan bijv. een nulindicatie
na 5 dagen worden toegeschreven aan een lekkend systeem of sterke remmingen. Bij industrieel
afvalwater zijn er vaak bijzondere omstandigheden. Dit kan bijvoorbeeld giftige stoffen bevatten.
Deze moeten uit het monster worden verwijderd of het monster moet verdund worden, omdat
anders de meetresultaten te laag zullen zijn. Bovendien moeten voedingsstoffen (stikstof, fosfaat)
en sporenelementen (bijv. ijzer) in voldoende concentratie aanwezig zijn, omdat dit anders tot
beperkingen in de groei van bacteriën en zodoende tot lagere resultaten van de BZV-waarde kan
leiden. Voor zover bij de BZV-meting dergelijke problemen voordoen, moeten deze in individuele
gevallen worden aangepakt en opgelost.
28
BD 600_NL_2c 05/2022
Advertenties
Inhoudsopgave
