Met een regelbare meetopening van Φ 8 mm of Φ 4 mm biedt de TR 515 u de flexibiliteit om de juiste meetomvang te kiezen voor uw gekozen oppervlak. De 45°/0°-geometrie van het apparaat maakt het mogelijk om het reflectiekleurenspectrum van monsters te meten.
Het apparaat maakt het eenvoudig om kleuren nauwkeurig te controleren. Om het pakket functies uit te breiden, kunt u de TR 515 verbinden met hoogwaardige kleurenmanagementsoftware op een lokale Windows™-pc. Opgelet De spectrofotometer is een precies meetapparaat. • Tijdens metingen vermijdt u plotse veranderingen in de •...
Pagina 6
Afbeelding 1: De TR 515 Vooraanzicht Zijaanzicht Achteraanzich Bovenaanzicht Afbeelding 2: Belangrijke onderdelen Witte TFT lcd Meetknop kalibratieplaat kleurentouchscreen Openingsschakelaar Zwarte Kalibratieplaat groot (10 mm / 18 mm) / kalibratiehuls klein (5 mm / 4 mm)
Aan/uit-schakelaar Meetopening Accupack DC-stroomaansluiting / USB / RS-232 1. Externe beschrijving 1. Aan/uit-schakelaar 1/0: Zet de knop in stand ‘1’ om het apparaat in te schakelen. Zet de knop in stand ‘0’ om het uit te schakelen. 2. Meetknop: Kortstondig indrukken om een meting te doen. 3.
* Het ledlampje wordt rood tijdens de zwart/wit-kalibratie. Het ledlampje wordt groen na een succesvolle kalibratie en rood deze mislukt. 4. DC-stroomaansluiting RS-232: gemeenschappelijke/gedeelde interface. Het apparaat detecteert verbindingsstatus automatisch. kunt stroomaansluiting aansluiten op de AC-adapter om het apparaat op te laden. De adapter is geschikt voor 5 V. Via de USB-aansluiting kunt u gegevens overdragen naar een Windows™-pc.
Afbeelding 2 Zwart/wit-kalibratie Afbeelding 3 Standaard meting 2.2 Kalibreren Klik op het meetscherm op om naar het hoofdmenu te gaan. Op andere schermen klikt u op om naar het hoofdmenu te gaan (zie Afbeelding 4).
Pagina 10
Afbeelding 4 Hoofdmenu Kies ‘Calibration’ (Kalibratie) om naar het scherm voor zwart/wit- kalibratie te gaan (zie Afbeelding 5). U ziet of de kalibratie al dan niet geldig is, en de resterende geldigheidsduur in geval van een geldige kalibratie. Afbeelding 5 Zwart/wit-kalibratie Klik om door te gaan naar ‘White Calibration’...
overeenkomt met het apparaat en dat de juiste openingsinstelling is gekozen. Plaats vervolgens de meetopening op de witplaat en druk op de meetknop voor de witkalibratie of klik op om te annuleren en de kalibratie te beëindigen. Na de witkalibratie wordt u gevraagd de zwartkalibratie te doen (zie Afbeelding 6).
Pagina 12
een gebruikersomgeving waar u de status van de meetmodus en Bluetooth® ziet. Aan de linkerkant bevindt zich een snelkoppeling waar u via de pictogrammen tussen verschillende modi kunt schakelen. In het midden vindt u diverse chromaticiteitsgegevens naargelang de instellingen voor kleurformuliering. Afbeelding 7 Monster meten Afbeelding 8 toont het scherm spectrale reflectantie en Afbeelding 9 het scherm kleurenindex.
Afbeelding 8 Spectrale reflectantie Afbeelding 9 Kleurenindex 2.3.2 Standaardmeting Ga nar het menu ‘Standard Measurement’ (Standaard meting) om metingen te doen (zie Afbeelding 10). Plaats de meetopening stabiel over het standaardmonster en druk op de meetknop. Het apparaat maakt een biepgeluid en het ledindicatielampje springt van groen naar rood.
Pagina 14
Afbeelding 10 Standaard meting Afbeelding 11 Reflectantie van standaard meting Gedetailleerde instructies voor standaard meting: 1. Schermtitel: u ziet dat het apparaat op standaard meting is ingesteld. 2. Zone status: toont systeeminstellingen zoals het huidige serienummer, lichtbron, Bluetooth® (aan/uit), meetmodus en de huidige tijd, datum en batterijspanning.
Pagina 15
pictogram is enkel zichtbaar als Bluetooth® ingeschakeld is. 3. Serienummer van standaard: dit wordt automatisch gegenereerd en kan gaan van T0001 tot T1000. 4. Naam standaard: de naam van de huidige meetstandaard. De fabrieksinstelling is ‘No Name’ (geen naam). Klik dit aan om de naam snel te wijzigen.
kleurruimte te schakelen: CIE Lab, CIE XYZ, Hunter lab etc. 9. Waarnemingshoek: Klik om te wisselen tussen waarneming onder 10° en 2°. 10. Schakelen naar monstermeting: Klik op om een monster te meten. 11. Meetopening: Hier ziet u de meetopening die momenteel in gebruik is.
Pagina 17
Afbeelding 12 en 13). Monsters meten is vergelijkbaar met standaardmeting, maar u krijgt het kleurverschil te zien tussen de huidige standaard en het gemeten monster. De gedetailleerde instructies om monsters te meten zijn als volgt: 1. Schermtitel: Hier ziet u dat het apparaat in meetmodus staat. 2.
Afbeelding 12 Monster meten Afbeelding 13 Reflectantie van monstermeting 2.3.4 Gemiddelde meten Als het gemeten monster erg groot of niet heel uniform is, moet u het op verschillende punten meten om een gemiddelde reflectantie en de werkelijke waarde van het monster te krijgen. Dit apparaat kan gemiddeldes berekenen van 2 tot 99 metingen.
Pagina 19
te bevestigen (zie Afbeelding 14). Is deze waarde 1, dan wordt een enkele meting uitgevoerd. Is de waarde groter dan 1, dan worden meerdere metingen uitgevoerd en een gemiddelde berekend. Bijvoorbeeld: stelt u 3 in, dan wordt van 3 metingen het gemiddelde berekend.
Afbeelding 14 Invoer en scherm meting gemiddelde 2.4 Aansluiten op een pc U kunt het apparaat aansluiten op een lokale Windows™-pc; hiervoor gebruikt u een USB-kabel of verbinding via Bluetooth®. 2.4.1 USB-aansluiting Installeer de software eerst op een Windows™-pc en verbind de Windows™-pc en het apparaat met een USB-kabel.
Bluetooth® in de systeeminstellingen en selecteert u de optie Bluetooth® in de instellingen van de pc-software. U kunt de TR 515 verbinden met uw Windows™-pc met de software. Niet direct aansluiten op Windows™. Raadpleeg voor meer informatie over Bluetooth® en de verbinding met de pc-software de gebruikershandleiding van onze software.
Afbeelding 15 Afdrukbewerking Afbeelding 16 Gegevens afdrukken 3. Hoofdmenu Klik op in het meetscherm of in andere schermen om naar het hoofdmenu te gaan en alle systeemfuncties in te stellen in het betreffende submenu.
3.1 Datamanagement Klik op ‘Data Manage’ (gegevens beheren) in het hoofdmenu om naar het datamanagementscherm te gaan (zie Afbeelding 17). In de datamanagementzone kunt u opgeslagen gegevens bekijken, opgeslagen meetgegevens zoeken bewerken, standaardgegevens handmatig invoeren. Afbeelding 17 Datamanagement 3.1.1 Opgeslagen gegevens nakijken 1.
Pagina 24
Afbeelding 18 Opgeslagen standaardgegevens Klik op om naar de vorige of volgende opgeslagen gegevens te gaan. Klik op ‘Operate’ (bewerking) om opgeslagen gegevens te verwijderen, een naam te bewerken, een huidige standaard te kiezen en gegevens af te drukken (zie Afbeelding 19). Opgeslagen gegevens verwijderen: Klik op ‘Delete Record’...
Pagina 25
Afbeelding 19 Scherm gegevensbewerking Afbeelding 20 Opgeslagen gegevens verwijderen Naam bewerken: Klik op ‘Edit Name’ (naam bewerken) op het scherm (zie Afbeelding 21). Voer de nieuwe naam in (maximaal 8 tekens) en klik op om te bevestigen of om te annuleren. U kunt hetzelfde doen met de knop ‘No Name’...
Pagina 26
Afbeelding 21 Naam bewerken Standaard invoeren: Klik op ‘Make as Current Standard’ (tot huidige standaard maken) om de opgeslagen standaardgegevens tot de huidige standaard te maken (zie Afbeelding 22) en klik op ‘Sample’ (monster) om een monster te meten. Afbeelding 22 Standaard invoeren Gegevens afdrukken: Klik op ‘Print data’...
Pagina 27
2. Opgeslagen monstergegevens nakijken Klik op ‘Sample’ (monster) in het scherm met opgeslagen standaardgegevens om de opgeslagen monstergegevens na te kijken (zie Afbeelding 23). Afbeelding 23 Opgeslagen monstergegevens Afbeelding 24 Reflectantie van opgeslagen monstergegevens Klik op om naar de vorige of volgende opgeslagen gegevens te gaan.
Klik op ‘Operate’ (bewerking) om opgeslagen gegevens te verwijderen, een naam te bewerken, een huidige standaard te kiezen en gegevens af te drukken. Dit gaat op precies dezelfde manier als voor opgeslagen standaardgegevens. 3.1.2 Opgeslagen gegevens verwijderen Klik in het scherm ‘Data Manage’ (datamanagement) op ‘Delete Record’...
Afbeelding 26 Alle monsters verwijderen 3.1.3 Opgeslagen gegevens zoeken Klik in het datamanagementscherm op ‘Search Record’ (opgeslagen gegevens zoeken) om naar het zoekmenu te gaan (zie Afbeelding 27). Hier kunt u kiezen voor ‘Search Standard Name’ (standaardnaam zoeken), ‘Search Standard Index’ (standaardindex zoeken) en ‘Search Sample Name’...
Pagina 30
1. Standaardnaam zoeken Klik op ‘Search Standard Name’ (standaardnaam zoeken). Het venster ‘Input Search Name’ (zoeknaam invoeren) verschijnt, zoals weergegeven in Afbeelding 28. Voer de naam in en klik op om te bevestigen. Het apparaat doorzoekt automatisch alle opgeslagen standaardgegevens en toont alle overeenkomende opgeslagen gegevens (zie Afbeelding 29).
Pagina 31
Afbeelding 29 Opgeslagen gegevens zoeken 1. Standaardindex zoeken Klik op ‘Search Standard Index’ (standaardindex zoeken). Het venster ‘Input Search Index’ (invoeren index zoeken) verschijnt, zoals weergegeven in Afbeelding 28. Voer in wat u zoekt en klik dan om de zoekopdracht uit te voeren. Het apparaat doorzoekt automatisch alle opgeslagen standaardgegevens en geeft een overzicht van de overeenkomende resultaten.
1) Monsternaam zoeken Klik op ‘Search Sample Name’ (monsternaam zoeken), zie Afbeelding 28. Voer de monsternaam die u zoekt of een karakter ervan in, en klik op om te bevestigen. Het apparaat doorzoekt automatisch alle opgeslagen monsternamen en geeft een overzicht van de overeenkomende resultaten.
Pagina 33
Klik op ‘Colour Space’ (kleurruimte) om de kleurruimte te selecteren. Op dit moment ondersteunt het apparaat CIE LAB, CIE Lch, CIE XYZ, CIE Yxy, CIE LUV. Klik op ‘Observer Angle’ om de standaard waarnemingshoek (2° of 10°) in te stellen. Klik op ‘Colour Coordinates’...
3.2 Kalibreren Om ervoor te zorgen dat de TR515 nauwkeurig meet, kalibreert u deze met een witte en zwarte standaard. Onjuist kalibreren heeft nadelige invloed op de geldigheid van de gegevens. Als de kalibratieomgeving erg verschilt van de testomgeving van het te meten monster (bv.
Lichtbron (of ‘illuminant’) houdt geen verband met de led-lichtbron van de TR 515. Zo is D65 een standaard lichtbron zoals bepaald door de Internationale Commissie voor Verlichting (CIE). Klik in het scherm hoofdmenu op ‘Light Source setting’ (lichtbron instellen) om naar het betreffende scherm te gaan (zie Afbeelding 33).
bij de meting van fluorescente monsters en uit te zetten bij de meting van gewone monsters. Afbeelding 34 Lichtbron OPMERKING: *Lichtbron is onafhankelijk van de ledlamp van het apparaat. 3.5 Kleurruimte Klik in het hoofdmenu op ‘Colour Space’ (kleurruimte) om het scherm kleurruimte te openen (zie Afbeelding 35).
Afbeelding 35 Kleurruimte 3.6 Kleurenindex In het scherm ‘Colour Index’ (kleurenindex) kunt u de benodigde kleurformulering en kleurenindex selecteren, en de parameters van de kleurformulering en metamerische index instellen (zie Afbeelding 36). 3.6.1 Kleurenindex instellen Klik in het hoofdmenu op ‘Colour Index’ (kleurenindex) om het scherm in Afbeelding 36 te openen.
Pagina 38
Afbeelding 36 Kleurenindex Klik op een kleurformulering of kleurenindex om te selecteren. De kleurenindex is optioneel. Wilt u de actie ongedaan maken, klik dan nogmaals op de gekozen kleurenindex. Klik na het selecteren op om te bevestigen. De geselecteerde kleurformulering zal het kleurverschil van het monster berekenen bij de meting van het monster (bv.
De geselecteerde kleurenindex zal de kleurenindex weergeven bij standaardmetingen en/of monstermetingen. In het menu metingen of opgeslagen gegevens nakijken klikt u op om naar het menu kleurenindex te gaan. U kunt bijvoorbeeld naar degeelheidsindex gaan zoals getoond in Afbeelding 38. Afbeelding 38 Geelheidsindex 3.6.2 Instellingen parameterfactoren Klik in het kleurenindexmenu op ‘Parameter Factors Settings’...
Pagina 40
Afbeelding 39 Instellingen parameterfactoren 1. Factoren instellen Voor CIE DE 1994 (Δ E 94), CMC (ΔE CMC (l: C)) en CIE DE 2000 (ΔE00) kunnen gebruikers de waarden L, C en H instellen (CMC enkel de L- en C-waarde). Neem bij wijze van voorbeeld Δ E 94: klik op om het menu op Afbeelding 40 weer te geven.
Pagina 41
Klik op KL, KC en KH om naar het bewerkingsmenu in Afbeelding 41 te gaan, voer een waarde in en klik op om te bevestigen of om te annuleren. Afbeelding 41 Factor KL 2. Metamerische index Klik in het menu Parameter Factors Settings (instellingen parameterfactoren) op ‘Metameric Index’...
Afbeelding 42 Metamerische instellingen 3.7 Scherminstellingen Klik in het hoofdmenu (Afbeelding 4) op de knop ‘Display’ (scherm) om het menu in Afbeelding 43 weer te geven. Hier kunt u ‘Colour Offset’ (kleurbalans), ‘Test Result’ (testresultaat) en ‘Operation Mode’ (bedieningsmodus) instellen. Selecteer de knop om de ‘Colour Offset’...
Afbeelding 43 Scherm 3.8 Systeeminstellingen Klik in het hoofdmenu op ‘System Settings’ (systeeminstellingen) om de menu’s op Afbeelding 44, 45 en 46 te zien. Afbeelding 44 Systeeminstellingen...
Afbeelding 45 Systeeminstellingen Afbeelding 46 Systeeminstellingen 3.8.1 Automatisch opslaan Als de functie automatisch opslaan ingeschakeld is, dan zal het apparaat de gegevens automatisch bewaren bij de meting. Is de optie uitgeschakeld, dan moet u de gegevens handmatig opslaan door te klikken op...
3.8.2 Meetopening De TR 515 is uitgerust met meetopeningen van Φ 8 mm en Φ 4 mm. Bij een groot, gelijkvormig monster wordt aanbevolen om de meetopening van Φ 8 mm te gebruiken. Is het gemeten oppervlak eerder klein, dan is het raadzaam de meetopening van Φ 4 mm te gebruiken.
Afbeelding 47 Meetopening 3.8.3 Bluetooth® De Bluetooth®-omgeving van de TR-serie is 4.0 Dual Mode (compatibel met 2.1) en kan aangesloten worden op de pc en software. Als Bluetooth® ingeschakeld is, verschijnt het pictogram op het scherm. Na de installatie van de pc-software schakelt u Bluetooth® in en maakt u de verbinding.
3.8.5 Geldigheid kalibratie Raadpleeg onderdeel 2.2 voor de zwart/wit-kalibratieprocedure. Klik in het systeemmenu op ‘Calibration Validity’ (geldigheid kalibratie) om naar het menu in Afbeelding 48 te gaan. Als ‘Power on calibration’ (kalibratie bij inschakelen) is gekozen, dan zal het apparaat telkens als u het inschakelt om een zwart/wit- kalibratie vragen.
Afbeelding 48 Geldigheid kalibratie 3.8.6 Bedieningsmodus Wanneer het apparaat verbonden is met de pc-software kan de gebruiker de bedieningsmodus voor metingen instellen. Klik in de systeeminstellingen op ‘Control Mode’ (bedieningsmodus) zoals wordt weergegeven in Afbeelding 49. U ziet drie opties: Key, PC software, Key and PC software (toetsen, pc-software, en toetsen/pc-software).
Toetsen en pc-software: Selecteer deze optie om ervoor te zorgen dat het apparaat bij tests bediend kan worden met de toetsen (op het aanraakscherm) en de pc-software. Het apparaat staat standaard in deze modus. Opmerking: De bedieningsmodus is enkel geldig bij verbinding met de pc-software.
Afbeelding 50 Datum en tijd 1) Klik op ‘Set Time’ om de huidige tijd in te stellen. 2) Klik op ‘Set Date’ om de datum van vandaag in te stellen. 3) Klik op ‘Time Format’ om de gewenste tijdsindeling in te stellen. 4) Klik op ‘Date Format’...
Kiest u voor ‘5 minutes’, dan blijft het scherm na de laatste actie nog 5 minuten aan. Hetzelfde geldt voor ‘60 seconds’, ‘30 seconds’ en ‘15 seconds’. 3.8.10 Systeemtolerantie Klik op ‘System Tolerance’ (systeemtolerantie) om de toleranties en standaardinstelling van de systeemtolerantie te beheren. vereisten.
Afbeelding 51 Fabrieksinstellingen herstellen 4. Dagelijks onderhoud 1. De TR 515 is een optisch precisieapparaat. Zorg dat het veilig is: stel het niet bloot aan vochtigheid, sterke elektromagnetische velden, hitte, stof en vuil.
voor kalibratie terug te sturen naar de fabrikant of een gekwalificeerde vertegenwoordiger. 4. Het apparaat heeft een ingebouwde lithiumbatterij. Voor maximale prestaties moet u deze om de 2 weken opladen. Zo verlengt u de levensduur ervan. Demonteer het apparaat niet. Hebt u vragen, neem dan contact op met een vertegenwoordiger van The Tintometer Group.
Pagina 54
opaciteit Waarnemingshoek 2° / 10° D65, A, C, D50, D55, D75, F1, F2(CWF), F3, F4, F5, F6, Illuminant F7(DLF), F8, F9, F10 (TPL5), F11(TL84), F12 (TL83/U30) Spectogram/waarden, chromaticiteitswaarden, Weergegeven data kleurverschil, waarden/grafiek, resultaat geslaagd/mislukt, kleurbalans Meettijd Ongeveer 1,5 seconden Spectrale reflectantie: MAV, standaarddeviatie binnen 0,08 % (400 nm tot 700 nm: binnen 0,18 %) Herhaalbaarheid...
Opmerking: Onze TR 515 is geschikt voor het standaard accessoire waarmee u poeders, vloeistoffen, gels, pasta’s, korrels enz. kunt meten (zie TRA 500 en 520). Doorgaans is de 45°/0°-geometrie echter niet geschikt voor deze toepassing. 6. Verkoopkantoren Duitsland Verenigd Koninkrijk...
Pagina 56
Tintometer zijn geregistreerde handelsmerken van The Tintometer Group. Alle ® ® ® vertalingen en transliteraties van Lovibond en Tintometer worden gehandhaafd als handelmerken ® ® van The Tintometer® Group. Het woordmerk Bluetooth® is een geregistreerd handelsmerk dat eigendom is van Bluetooth SIG, Inc.