5.5.2 Meting / meetserie starten
Afbeelding 6
Is het A-symbool linksboven in het menu grijs gemaakt, dan betekent dit, dat de autostartmodus ge-
deactiveerd is (Abbildung 6), anders is deze geactiveerd. Deze kan in het submenu „Opties" in- resp.
uitgeschakeld worden (zie 5.6 Optionen, 5.6.1 Autostart).
Meetpunt / naam: Hier kunnen één van de zes meetpunten met de toetsen pijl links ► en pijl rechts
► of de koptoetsen worden geselecteerd. De cijfertoetsen één tot zes hebben in dit menu dezelfde
functie als de koptoetsen.
Wanneer aan het geselecteerde meetpunt een kop wordt herkend, dan worden de meetparameters
en de kopnaam getoond. De LED in de kop brandt constant.
Worden de pijltoetsen voor het verder schakelen gebruikt, dan worden meetpunten zonder koppen
overgeslagen.
De weergegeven meetparameters en de kopnaam zijn in de kop opgeslagen. Er worden altijd de
parameters van de actuele resp. laatste meting van de geselecteerde kop getoond. De kopnaam kan
in het menu „Opties" worden gewijzigd.
Selecteer het meetpunt met de voorbereide monster.
Meetbereik / monstervolume / ATH: Hier stelt u het meetbereik in. De voor het meetbereik nood-
zakelijke monstervolume en de hoeveelheid nitrificatieremmer worden weergegeven.
Meetduur / meetinterval: Legt u hier de meetduur vast.
In de eerste 24 uur wordt per uur, in de volgende 24 uur wordt elke twee uur en daarna wordt elke
24 uur een meting uitgevoerd met de geselecteerde sensor.
Met de functietoets F2 (start) start u de meetserie. De eerdere meetresultaten en parameters in de
geselecteerde kop worden hierbij overgeschreven.
Er verschijnt altijd een desbetreffende waarschuwingsmelding.
Met de functietoets F1 (terug) komt u weer in het hoofdmenu.
BD 600_NL_2c 05/2022
Hier worden de metingen, dus de meetseries, gestart. Plaats
de volledig voorbereide monsterfles op een vrije positie van
het rek, het zogenaamde rack. Indien nog niet gedaan, zet
het apparaat aan en roep het submenu „Meetserie starten"
op. Het submenu kan via het eerste punt uit het hoofdmenu
met de pijltoetsen of met de snelkeuzetoets 1 worden be-
reikt.
Het menu „Meetserie starten" is in de drie bereiken „Meet-
punt / naam", „Meetbereik / monstervolume / ATH" en
„Meetduur / meetinterval" onderverdeeld. Tussen de drie
bereiken kan met de toetsen pijl omhoog ▲ en pijl omlaag
▼ worden gewisseld.
15