5.6
Opties
Afbeelding 14
5.6.1 Autostart
Hier kunt u de autostartfunctie van het apparaat in- en uitschakelen. Om de juiste temperatuurrege-
ling van het monster te verzekeren, wacht het apparaat bij geactiveerde autostart na de start totdat
er een geringe drukvermindering in de fles is. Deze drukwaarde wordt als beginwaarde voor de
volgende BZV-berekening gebruikt.
Hierbij is een maximale wachttijd van ca. drie uur voorgegeven, waarna het apparaat automatisch de
actuele drukwaarde als beginwaarde gebruikt, ook als er geen drukvermindering werd waargeno-
men.
Het gebruik van de autostartfunctie vervangt niet een reglementaire temperatuurregeling van het
monster voor het begin van de meting. Worden er BZV-monsters getest waarvan de temperatuur
sterk van de insteltemperatuur afwijkt, dan resulteert dit door een verandering van de druk in een
fout in de bepaling van de BZV-waarde.
5.6.2 Helderheid
Hier wordt de achtergrondverlichting voor de display van 0% tot 100% in 10%-stappen ingesteld.
5.6.3 Contrast
Hier kan het contrast voor de display van 0% tot 100% in 10%-stappen worden ingesteld.
5.6.4 Koppen een naam geven
Afbeelding 15
BD 600_NL_2c 05/2022
Alle wijzigingen in dit menu worden eerst alleen tijdelijk
werkzaam. Als het menu via de functietoets F1 (annuleren)
wordt verlaten, dan worden de oude instellingen weer werk-
zaam. De nieuwe instellingen worden met de functietoets F2
(accepteren) permanent overgenomen. Met het indrukken
van de toetsen komt u weer in het hoofdmenu.
De instellingen uit verdere submenu's zoals „Datum/tijd" of
„Koppen een naam geven" worden in de desbetreffende
submenu's opgeslagen.
Via deze menuoptie wordt nog een submenu geopend
(Abbildung 15).
In het midden is schematisch het rack getoond. In Abbildung
15 zijn aan de meetpunten één en drie in tegenstelling tot
de andere geen koppen herkend. De kop aan meetpunt
vijf is geselecteerd. Naast de koppen staan de bijbehorende
namen. Met de cijfertoetsen, pijl rechts ►, pijl links ► en
Backspace kan de naam worden gewijzigd. Met de functie-
toets F2 (opslaan) wordt de naam van de geselecteerde kop
opgeslagen. Met de koptoetsen kan tussen de koppen wor-
den gewisseld. Met de functietoets F1 (terug) komt u weer
terug in het menu „Opties".
19