Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Dieptescherm In Max-Modus; Het Scherm Voorspelde Diepte - Digital Control DigiTrak FALCON F1 Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Max-modus
De Max-modus kan de gegevens over rol / verticale hoek en diepte stabiliseren wanneer er aan het maximum
van het vermogen van de zender wordt geboord, door extreme diepte of interferentie, wat per jobsite kan
variëren.
Als de meter voor rol / verticale hoek een zwak signaal of onstabiele gegevens weergeeft, houd de
trekker dan langer dan vijf seconden ingedrukt om naar de Max-modus te gaan, wordt aangeduid door
een vergrootglas rond het pictogram voor verticale hoek.

Dieptescherm in Max-modus

De Max-modus vervangt de rol / verticale hoek updatemeter met de Max-modus timer. Wanneer u de trekker
ingedrukt houdt en de Max-modus verzamelt gegevens, zal de timer langzaam worden gevuld. Veel
interferentie of diepere boringen zal meer metingen vereisen voordat de gegevens over rol / verticale hoek
kunnen worden weergegeven, of kan zelfs voorkomen dat de gegevens worden weergegeven. Als de timer
vol is en de gegevens zijn nog niet stabiel, laat dan de trekker los, ga naar een andere locatie in de buurt van
de boorkop en houd de trekker ingedrukt om opnieuw te starten.
Voer altijd drie metingen in Max-modus uit; de drie metingen moeten consistent zijn en elke meting moet
stabiliseren voordat de Max-modus timer vol is.
De boorkop moet stationair zijn wanneer de metingen in Max-modus worden uitgevoerd. Als de
boorkop beweegt, zullen de gegevens niet nauwkeurig zijn.
Vanwege de aard van de extreme diepte en/of omgeving met zeer veel interferentie waarin de
Max-modus zal worden gebruikt, is de kans op het verkrijgen onbetrouwbare gegevens hoger.
Betrouw nooit op gegevens die niet snel worden weergegeven en stabiel blijven. De Max-modus
is nooit een substituut voor het voorzichtige oordeel van de operator.

Het scherm Voorspelde diepte

Aangezien zowel de
worden weergegeven, is het mogelijk dat er een ongeldige dieptevoorspelling kan worden
gegenereerd wanneer de ontvanger zich boven het achterste locatiepunt (RLP) bevindt. Alleen
een dieptemeting boven het voorste locatiepunt (FLP) produceert een geldige voorspelde diepte.
DigiTrak Falcon F1 Handleiding
voorste als achterste locatiepunten
D
C
I
IGITAL  
ONTROL  
NCORPORATED
1. Diepte
2. Max-modus pictogram
3. Max-modus timer
4. Tx batterijsterkte
(zie pagina 38) identiek op de ontvanger
33

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave