Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Frequentie-Optimalisator Selecteren; Met Zender Koppelen; Interferentiecontrole - Digital Control DigiTrak FALCON F1 Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

D
C
IGITAL  
ONTROL  

Frequentie-optimalisator selecteren

1. Met de zender uitgeschakeld (batterijen niet geïnstalleerd) gaat u naar het punt langs de beoogde
boring dat de grootste uitdaging vormt, bijvoorbeeld het diepste punt van de boring is of waar er voor
de hand liggende actieve interferentie zal zijn, bijvoorbeeld spoorwegovergang, transformator,
verkeerslichten of hoogspanningslijnen.
2. Schakel de ontvanger in en selecteer in het hoofdmenu Frequentie-
optimalisator (FO)
3. Met de FO-resultaten actief (de knop Verlaten zal knipperen), wandel met de ontvanger langs het
beoogde boorpad en noteer de plaatsen met een hoge achtergrondruis (actieve interferentie). Hoger
hoger de staaf van een frequentieband op een grafiek is, hoe groter de interferentie.

Met zender koppelen

1. Op de ontvanger, klik om Band 11 te selecteren, vervolgens ingedrukt houden om te selecteren.
2. Houd de trekker kortstondig ingedrukt om als de Up-band te selecteren.
3. Selecteer Koppelen
4. Plaats de batterijen in de zender, eerst positieve kant, installeer het batterijdeksel en wacht enkele
seconden tot de zender volledig is ingeschakeld en gegevens naar de ontvanger verzendt.
Ongeacht of de batterijen worden geplaatst met de zender naar boven of beneden gericht, de
zender zal altijd in band 11 worden ingeschakeld.
5. Lijn de IR-poorten van de zender en ontvanger binnen vier cm van elkaar en selecteer het vinkje
om te koppelen. Een geslaagde koppeling wordt aangegeven door een pieptoon en een vinkje.
Waarom kan ik geen andere bands selecteren?
De Falcon F1 is ingesteld om Band 11 te gebruiken aangezien zijn frequentiebereik het beste
presteert in verschillende interferentie-omgevingen. Interferentie varieert met de tijd en locatie,
en geen enkele band werkt perfect in alle omstandigheden. Lagere frequentiebanden hebben de
neiging om goed te presteren, ondanks passieve interferentie. Midden-bands kunnen beter
presteren in diepere boringen en kunnen over langere Target Steering-capaciteiten beschikken.
Hoge bands hebben iets minder signaalsterkte, maar hebben de neiging om beter te presteren in
de buurt van actieve interferentie, zoals hoogspanningskabels.
Voor Falcon F1-eigenaren die de prestatievoordelen van extra bands wensen, is er een upgrade
beschikbaar. Vraag uw leverancier om uw Falcon F2 geleidingssysteem te upgraden, of om over
te schakelen naar de Falcon F5 voor nog meer functies, zoals vloeistofdrukmonitoring en
DataLog.

Interferentiecontrole

Nu dat uw zender aan uw ontvanger is gekoppeld, wandel langs de boring met
zowel de ontvanger als zender ingeschakeld om op actieve interferentie te
controleren.
8
I
NCORPORATED
.
(knipperen).
Frequentie-optimalisator
Pagina 13
ü
Interferentie
Pagina 35
DigiTrak Falcon F1 Handleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave