wordt de zoombalk van het optische-zoombereik niet afgebeeld.
2. Slimme-zoombereik (
Zoomt beelden zonder dat de oorspronkelijke kwaliteit verslechtert door een
beeld gedeeltelijk af te snijden (alleen wanneer het beeldformaat [M] of [S]
is).
3. Helder-Beeld-Zoom-bereik (
Zoomt beelden met behulp van beeldbewerking met minder vervorming. Stel
[Zoom-instelling] eerst in op [Aan:HelderBldZoom] of [Aan:Digitale zoom].
4. Digitale-zoombereik (
U kunt beelden vergroten met behulp van beeldbewerking. Als u
[Aan:Digitale zoom] selecteert voor [Zoom-instelling], kunt u deze
zoomfunctie gebruiken.
Opmerking
De standaardinstelling voor de [Zoom-instelling] is [Enkel optische zoom].
De standaardinstelling voor [
zoomfunctie te kunnen gebruiken, stelt u [
De zoomfuncties, behalve de optische-zoomfunctie, zijn niet beschikbaar bij
opnemen in de volgende situaties:
De opnamefunctie is ingesteld op [Panorama d. beweg.].
[
Kwaliteit] is ingesteld op [RAW] of [RAW en JPEG].
[
Opname-instell.] is ingesteld op [120p]/[100p].
Tijdens het opnemen met een hoge beeldfrequentie
U kunt de slimme-zoomfunctie niet gebruiken met bewegende beelden.
Als een elektrisch bediende zoomlens is bevestigd, kunt u onder MENU [Zoom]
niet gebruiken. Als u een beeld vergroot tot buiten het zoombereik van de
optische zoom, schakelt het apparaat automatisch over naar een andere
[Zoom]-functie dan de optische zoom.
Wanneer u een andere zoomfunctie gebruikt dan de optische zoom, ligt
[Lichtmeetfunctie] vast op [Multi].
Bij gebruik van een andere zoomfunctie dan de optische zoom, zijn de
volgende functies niet beschikbaar:
[Lach-/Gezichtsherk.]
AF-vergrendeling
[
Autom. kadreren]
Om een andere zoomfunctie dan de optische zoom te gebruiken bij bewegende
beelden, wijst u [Zoom] toe aan de gewenste knop met [Eigen toets(opname)].
)
)
)
Beeldformaat] is [L]. Om de slimme-
Beeldformaat] in op [M] of [S].