Wij adviseren u de lenskap te gebruiken om te voorkomen dat licht van buiten het
opnameframe het beeld beïnvloedt.
1. Lijn de vorm van het bevestigingsdeel van de lenskap en de lenskop met
elkaar uit, en draai de lenskap rechtsom tot deze vastklikt.
Opmerking
Bevestig de lenskap goed op het apparaat. Anders heeft de lenskap mogelijk
geen effect of kan gedeeltelijk worden gereflecteerd in het beeld.
Wanneer de lenskap correct is bevestigd, komt de lenskapmarkering (rode lijn)
overeen met de rode uitlijnmarkeringen op de lenskap.(Mogelijk zit op sommige
lenzen geen lenskapmarkering.)
Verwijder de lenskap wanneer u de flitser gebruikt. Anders blokkeert de lenskap
het flitslicht en kan als schaduw op het beeld verschijnen.
Om na het opnemen de lenskap op te bergen, bevestigt u de lenskap
achterstevoren op de lens.
[23] Hoe te gebruiken
Opmerkingen over het wisselen van lenzen
Als bij het wisselen van de lens stof of vuil in de camera binnendringt en op het
oppervlak van de beeldsensor komt (het onderdeel dat het licht omzet in een
elektrisch signaal), kan dit afhankelijk van de opnameomstandigheden als donkere
vlekken zichtbaar zijn op het beeld.
Deze camera is uitgerust met een stofpreventiefunctie die ervoor zorgt dat de
beeldsensor even trilt wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld, en de
beeldsensor van de camera is voorzien van een stofpreventiecoating om te
voorkomen dat stof zich hecht aan de beeldsensor. Zorg er echter altijd voor dat
De camera voorbereiden
De lens bevestigen