Download Print deze pagina

Sony ILCE-6300 Gebruiksaanwijzing pagina 116

Advertenties

3. [hoeveelheid] → gewenste waarde.
U kunt een waarde selecteren tussen −20 en +20. Hoe hoger de waarde
die u selecteert, hoe verder weg de automatisch scherpgestelde positie ligt
van het apparaat. Hoe lager de waarde die u selecteert, hoe dichter de
automatisch scherpgestelde positie ligt bij het apparaat.
Opmerking
Wij adviseren u de positie onder werkelijke opnameomstandigheden aan te
passen.
Wanneer u een lens bevestigt waarvoor u al een waarde hebt geregistreerd,
wordt de geregistreerde waarde afgebeeld op het scherm. [±0] wordt afgebeeld
voor lenzen waarvoor nog geen waarde is geregistreerd.
Als [−] wordt afgebeeld als de waarde, is het maximumaantal van 30 lenzen
reeds geregistreerd en kan geen nieuwe lens meer worden geregistreerd. Om
een nieuwe lens te registreren, bevestigt u een lens waarvan de geregistreerde
waarde kan worden gewist en stelt u de waarde ervan in op [±0] of stelt u de
waarde van alle lenzen terug met behulp van [Wissen].
De [AF-microafst.] ondersteunt lenzen van Sony, Minolta en Konica-Minolta. Als
u [AF-microafst.] uitvoert met een andere lens dan de geregistreerde lenzen,
kunnen de geregistreerde instellingen van de ondersteunde lenzen worden
beïnvloed. Voer [AF-microafst.] niet uit met een niet-ondersteunde lens.
U kunt [AF-microafst.] niet afzonderlijk instellen voor een lens van Sony,
Minolta of Konica-Minolta met dezelfde specificatie.
[85] Hoe te gebruiken
Cont. AF-geb. weerg
U kunt instellen of het gebied dat is scherpgesteld moet worden afgebeeld of niet
wanneer [Scherpstelgebied] is ingesteld op [Breed] of [Zone] in de functie
[Continue AF].
1. MENU →
instelling.
Menu-onderdelen
De opnamefuncties gebruiken
(Eigen instellingen) → [Cont. AF-geb. weerg] → gewenste
Scherpstellen

Advertenties

loading