Advertenties
Aan:
Beeldt het scherpstelgebied dat is scherpgesteld af.
Uit:
Beeldt het scherpstelgebied dat is scherpgesteld niet af.
Opmerking
Wanneer [Scherpstelgebied] is ingesteld op [Midden], [Flexibel punt] of
[Uitgebr. flexibel punt], worden de kaders in het scherpstelgebied dat is
scherpgesteld groen, ongeacht de instellingen van [Cont. AF-geb. weerg].
Wanneer een lens met een A-vatting en een vattingadapter (LA-EA1/LA-EA3)
(los verkrijgbaar) zijn bevestigd op de camera, en [
op [Fasedetectie AF], is [Cont. AF-geb. weerg] altijd ingeschakeld ongeacht de
instellingen van [Scherpstelgebied].
[86] Hoe te gebruiken
AF met sluiter (stilstaand beeld)
Selecteert of automatisch wordt scherpgesteld wanneer de ontspanknop tot
halverwege wordt ingedrukt. Selecteer [Uit] om de scherpstelling en belichting
afzonderlijk in te stellen.
1. MENU →
instelling.
Menu-onderdelen
Aan:
De automatische scherpstellingsfunctie treedt in werking wanneer u de
ontspanknop tot halverwege indrukt.
Uit:
De automatische scherpstellingsfunctie treedt niet in werking, ondanks dat u de
ontspanknop tot halverwege indrukt.
Hint
Als [
AF met sluiter] is ingesteld op [Uit], kunt u nog steeds de functie [AF
De opnamefuncties gebruiken
(Eigen instellingen) → [
AF-systeem] is ingesteld
Scherpstellen
AF met sluiter] → gewenste
Advertenties
Probleemoplossen
