Afbeelding 18
Afbeelding 21
32. Het Solver-scherm bevat nu velden waar u waarden kunt invoeren voor A, B en C (zie Afbeelding 22). A is op dit moment
gemarkeerd. Typ 10 en druk op ENTER. A heeft nu de waarde 10 en B wordt nu gemarkeerd. U kunt ook eenvoudige wiskundige
problemen invoeren in een invoerformulier. Typ bijvoorbeeld 5
als de waarde voor B. Druk nu, terwijl C is geselecteerd, op de menutoets SOLVE. Het resultaat 26.9258... wordt gegenereerd.
33. Wat als C gelijk blijft, terwijl A verandert in 15? Waar moet B in dat geval in veranderen? U hoeft de vergelijking niet te
herschrijven om hier achter te komen. Druk twee keer op de cursortoets OMLAAG om A te selecteren. Typ 15, druk op
ENTER en druk op de menutoets SOLVE terwijl B is geselecteerd. Het resultaat, 22.36..., wordt weergegeven. Op deze
manier kan elke variabele in elk deel van de vergelijking worden opgelost zonder alle gegevens opnieuw te moeten invoeren.
34. Numerieke Solvers kunnen vaak meerdere resultaten genereren, met name voor functies die periodiek zijn (SIN, COS), en veel
polynomen. We bekijken nu hoe dit werkt.
Afbeelding 19
Afbeelding 22
2
en druk op ENTER.
#
Q
Afbeelding 20
Afbeelding 23
2
, of 25, wordt weergegeven
5
Aan de slag
11