26. Als de bedieningsmodus RPN actief is, kunt u de modus Algebraic nog steeds op elk moment gebruiken. Druk op
'' op de bewerkregel verschijnt. U kunt nu gegevens invoeren zoals u dat normaal gesproken in de modus Algebraic zou doen.
Typ bijvoorbeeld, terwijl '' op de bewerkregel is weergegeven, 2
Uw vergelijking verschijnt nu op de stapel. Druk op ENTER om de vergelijking te dupliceren en druk vervolgens op
door ENTER (->NUM) om een uiteindelijk numeriek resultaat te genereren.
27.
Een andere optie voor het invoeren van vergelijkingen en uitdrukkingen is de EquationWriter. Druk op
(EQW) om de EquationWriter te openen (zie Afbeelding 12). We gaan nu een probleem oplossen met de stelling van
³
Pythagoras. Typ 14
Q
door
. U heeft de vergelijking nu ingevoerd in de EquationWriter (zie Afbeelding 13). Druk nu op de menutoets EVAL,
R
gevolgd door
en HIST (UNDO). Met de menutoets EVAL berekent u de huidige markering en met de opdracht UNDO maakt
@
u uw laatste opdracht ongedaan. Terwijl de gehele vergelijking is gemarkeerd zoals aangegeven in Afbeelding 13, drukt u op
en vervolgens op VAR (COPY). We zullen dit later gebruiken. Druk nu op ENTER. De vergelijking is nu toegevoegd aan
@
de stapel. Druk op
@
Afbeelding 12
Equation Solvers gebruiken
28. Stel dat u meerdere problemen met de stelling van Pythagoras uit het vorige voorbeeld moet oplossen. Zou het niet prettig zijn
om een willekeurig deel van de formule op te lossen in plaats van elk probleem afzonderlijk in te voeren? De vele geïntegreerde
hulpmiddelen voor het oplossen van problemen, zoals HP Solve, maken dit mogelijk.
2 gevolgd door cursor RECHTS
en vervolgens op ENTER (->NUM) om het probleem te berekenen. De schuine zijde is ~24.413.
2
4
+
*
Q
20
2 en vervolgens cursor RECHTS cursor RECHTS gevolgd
+
Q
Afbeelding 13
³
2 . Druk vervolgens op ENTER.
@
gevolgd door
@
Afbeelding 14
Aan de slag
zodat
gevolgd
9