Matige lucht-
stroomsterkte
B
Matige lucht-
stroomsterkte
Matige lucht-
stroomsterkte
B
A
Matige lucht-stroomsterkte
Matige lucht-
stroomsterkte
B
Matige luc-
ht-strooms-
terkte
B
A
VOORZORGSMAATREGELEN
Voorkom dat u de ribben van de warmtewisselaar aanraakt.
[PLAFONDHOOGTE]
Deze unit kan wordt geïnstalleerd in plafonds met hoogtes tot
3,5meter. Bij installatie boven 2,7meter moeten er echter met
de afstandsbediening veldinstellingen worden gemaakt.
Raadpleeg het hoofdstuk "VELDINSTELLINGEN" en de instal-
latiehandleiding van het sierpaneel.
Installeer deze unit met de bodemplaat op een minimale hoogte
van 2,5meter, zodat hij buiten het bereik van de cliënt is.
Nederlands
C
D
A
C
D
C
Matige luc-
ht-strooms-
terkte
D
A
C
D
Matige lucht-
stroomsterkte
Afb. 7
4-2 VOOR 2-WEG OF 3-WEG LUCHTUITLAAT
2-weg en 3-weg luchtuitlaat moet m.b.v. de afstandsbedi-
ening worden ingesteld. Raadpleeg "Veldinstellingen"
voor details.
1. Verhouding tussen de te maken gaten voor de binnen-
unit, plaats van de ophangbouten, leidingen en bedrad-
ing. (Zie Afb. 8)
B
117
Gasleiding
Afb. 8
OPMERKING
• Bovenaanzicht
∗ Maten in (
) voor de 100 en 125 modellen
∗∗∗ Boutafstand
2. Maak gaten voor de ophangbouten, koel- en afvoer-
leidingen en de bedrading.
(Zie Afb. 9)
• Raadpleeg de papieren pasmal voor het bepalen van
de plaatsen.
• Bepaal de plaats voor elk gat en maak de gaten in het
plafond.
Vals plafond
Ophangbout
OPMERKING
• Kies voor het wijzigen van de luchtstroomsterkte een patroon
uit "WIJZIGEN VAN DE LUCHTSTROOMSTERKTE" en
bepaal de plaats van de leidingen.
• Alle bovengenoemde onderdelen zijn niet bijgeleverd.
(Gebruik een boutmaat van M8 of M10.)
Gebruik ankers bij bestaande plafonds en ingebedde ankers
en inzetstukken bij nieuwe plafonds, zodat het gewicht van
de unit gedragen kan worden. Pas de lengte van de bouten
op het plafond aan alvorens de unit te installeren.
895
∗∗∗
790
C
D
A
Omhoog lopende
afvoerleiding
Waterleiding
Afvoerleidingaan-
sluiting (VP20)
Plafondsteen
Anker
Lange moer of spanmoer
Afb. 9
5