Benaderingssensor
Benadering gebruiken voor het inschakelen van het display
■
Opties:
Deze parameter bepaalt of het paneel automatisch wordt geactiveerd door de
benaderingssensor.
Gevoeligheid van de benaderingsfunctie (1 = dichtbij... 3 = max. verwijdering)
■
Opties:
Deze parameter bepaalt of het paneel automatisch wordt geactiveerd door de
benaderingssensor.
1. Op de pijlen klikken.
–
Gewenste gevoeligheid instellen.
1-bit uitgangsobject van benaderingsfunctie gebruiken
■
Opties:
Deze parameter bepaalt of het paneel automatisch wordt geactiveerd door de
benaderingssensor.
Inschakelwaarde
■
Opties:
Met de parameter wordt de inschakelwaarde in- of uitgeschakeld.
Producthandboek 2CKA002273B5019
Gedeactiveerd
Geactiveerd
1
2
3
Aanwijzing
De parameter is alleen beschikbaar als de parameter "Benadering
gebruiken voor het inschakelen van het display" is geactiveerd.
Gedeactiveerd
Geactiveerd
Uit
Aan
Aanwijzing
De parameter is alleen beschikbaar als de parameter "1-bit-uitgangsobject
van benaderingsfunctie gebruiken" is geactiveerd.
Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5)
│53