13.20.2 Algemeen – Bedrijfsmodus na reset
Opties:
In de bedrijfsmodus na reset werkt het apparaat na een herstart zolang totdat eventueel een
nieuwe bedrijfsmodus door bediening van het apparaat of de communicatieobjecten worden
ingesteld. Deze bedrijfsmodus moet tijdens de planningsfase worden gedefinieerd. Bij een
onjuist gedefinieerde bedrijfsmodus kunnen comfortbeperkingen en een hoger energieverbruik
ontstaan.
–
Comfort: Als de ruimtetemperatuur niet automatisch verlaagt en de ruimte daarom
onafhankelijk van de toepassing gebruikt wordt.
–
Stand-by: Als de ruimte automatisch bijvoorbeeld met een aanwezigheidsmelder afhankelijk
van de toepassing wordt gebruikt.
–
Eco-modus: Als de ruimte automatisch of handmatig afhankelijk van de toepassing wordt
gebruikt.
–
Vorst-/hittebeveiliging: Als in de ruimte alleen de gebouwbeschermingsfunctie na reset
nodig is.
13.20.3 Algemeen – extra functies/objecten
Opties:
–
Deze parameter schakelt extra functies en communicatieobjecten vrij.
13.20.4 Algemeen — vertragingstijd voor leestelegrammen na reset [s]
Opties:
–
Met deze parameter kunnen via het object 'ingang' telegrammen worden ontvangen. Met de
ingestelde vertragingstijd worden de ontvangen telegrammen na een reset naar het object
'uitgang verzonden.
Opmerking
Deze parameter is alleen beschikbaar, als de parameter 'extra functies' op 'ja'
staat.
Producthandboek 2CKA002273B5019
Parameters voor bedieningselementen en toepassingen
Comfort
Stand-by
Eco-modus
Vorst-/hittebeveiliging
Nee
Ja
Instelmogelijkheid van 1 – 255 seconden
Toepassing 'interne RTR'
│240