13.4
Bedieningselement 'schuifregelaar dimmer'
13.4.1
Naam bedieningselement
Opties:
Naam van schuifregelaar-bedieningselement, bijvoorbeeld naam van de lamp die wordt gedimd.
De naam mag maximaal 36 tekens lang zijn.
13.4.2
Soort symbool
Opties:
Met de parameter wordt ingesteld of een standaardsymbool of een zelf gekozen symbool wordt
weergegeven.
13.4.3
Symbool voor aan / symbool voor uit
Opties:
Met de parameter wordt ingesteld welk symbool verschijnt als het licht in- of uitgeschakeld
wordt.
–
Symbool voor aan: Het gekozen symbool wordt weergegeven als het licht ingeschakeld is.
–
Symbool voor uit: Het gekozen symbool wordt weergegeven als het licht uitgeschakeld is.
Aanwijzing
De parameter kan alleen worden ingesteld als de parameter "soort symbool" op
"gebruikersgedefinieerd" is ingesteld.
13.4.4
Status bedieningselement (symbool) wordt door afzonderlijk object gecontroleerd
Opties:
Met de parameter wordt een extra 1-bit-communicatieobject "status" vrijgegeven.
Als het object vrijgegeven is, geeft de statusindicatie van het bedieningselement de actuele
status van het object aan. Aan de hand van het feedbackobject kan gewaarborgd worden dat
altijd de correcte status wordt aangegeven.
Als een aktor een afzonderlijk feedbackobject heeft, kan dit extra object controleren of de aktor
heeft geschakeld. Daarvoor moet het feedbackobject van de aktor via een gezamenlijk
groepsadres (actie) worden verbonden met het feedbackobject van het schakelvlak.
Als de toestandsindicatie niet via een feedbackobject geactiveerd is, wisselt het
bedieningselement bij bediening altijd naar de andere status.
Producthandboek 2CKA002273B5019
Parameters voor bedieningselementen en toepassingen
<Naam>
Standaard
Gebruikersgedefinieerd
Symbool voor Aan
Symbool voor Uit
Gedeactiveerd
Geactiveerd
Bedieningselement 'schuifregelaar dimmer'
│152