13.20.96 Zomercompensatie — offset ingestelde temperatuur bij einde zomercompensatie (x
0,1°C)
Opties:
Met de parameter wordt vastgelegd met hoeveel Kelvin de ingestelde waarden tijdens de
zomercompensatie verhoogd moet worden als de hoogste buitentemperatuurwaarde is bereikt.
Typische waarden voor de zomercompensatie zijn_
20 °C: laagste buitentemperatuurwaarde
■
32 °C: hoogste buitentemperatuurwaarde
■
0 K: laagste offset gewenste waarde
■
4 K: hoogste offset gewenste waarde
■
Dat betekent dat er een vloeiende verhoging van de gewenste waarde van 0 ... 4 K plaatsvindt
als de buitentemperatuur van 20°C tot 32 °C stijgt.
Opmerking
Deze parameter is alleen beschikbaar, als de parameter 'zomercompensatie' op
'ja' staat.
Opmerking
De volgende parameters zijn beschikbaar als de parameter 'regelaarfunctie' op
'koelen met extra stand' is ingesteld.
Er zijn dezelfde parameters beschikbaar die ook beschikbaar zijn, als de
parameter 'regelaarfunctie' op 'koelen' en de parameter 'soort stelgrootte' op '2-
punts 1 bit, uit/aan' of '2-punts 1 byte, 0/100%' zijn ingesteld.
Opmerking
Voor de extra stand zijn extra parameters 'soort stelgrootte' beschikbaar.
Producthandboek 2CKA002273B5019
Parameters voor bedieningselementen en toepassingen
Instelmogelijkheid tussen -127 – 127
Toepassing 'interne RTR'
│272