STORINGEN VERHELPEN
5.2
MOTORSTORINGEN
5.2.1 Algemeen
De meeste elektrische problemen (230V) zoals een ver-
keerde spanning of frequentie zijn terug te voeren tot een
verkeerd toerental van de motor. (Toeren en frequentie is
hetzelfde!)Zoek met behulp van het storingsschema naar
de oorzaak. Indien er geen duidelijke oorzaak is kan men
het toerental corrigeren (zie onder speciale procedures)
Het
motortoerental
van
gecontroleerd door de electronische regulateur. Indien
het toerental afwijkt kan men dit bij stellen (zie 2.5.17).
Ook kan een onderdeel van de regulateur defect zijn.
Startproblemen hebben of een mechanische achtergrond of
zijn het gevolg van een elektrisch probleem (12V). Indien de
startmotor niet vlot rond draait is dit bijna altijd het gevolg van
accuproblemen of slechte kabelverbindingen met de accu!
Indien de motor wel rond draait maar niet aanslaat is dit vrijwel
altijd een gevolg van brandstofgebrek of lucht in de leidingen.
Wanneer de motor niet aanslaat, kan - in geval van
een watergeïnjecteerde uitlaat - door het
5.2.2
Storing zoekschema motorstoringen
STORING
Dieselmotor start niet:
reageert in het geheel niet,
maakt klikkende geluiden of
draait in het geheel niet.
26
de
Whisper
10
wordt
OORZAAK
Het gaat hier vrijwel zeker om een elek-
trisch probleem of de motor staat vast door
koelwater in de cilinder of andere schade.
Het display zal "low battery voltage"
weergeven.
Indien het een elektrisch probleem is:
• Hoofdschakelaar accu staat niet aan of
kabels los.
• Startaccu is onvoldoende geladen.
• Bedrading startcircuit is niet in orde.
• Zekering startpaneel doorgebrand.
• Startmotor kapot.
• Te dikke motorolie in koude omgeving
aanhoudend door starten het uitlaatsysteem vol
water worden gepompt. Als echter het water de
cilinders binnendringt kan dit ernstige schade
veroorzaken (waterslag). Als de motor
niet aanslaat en het nodig wordt geoordeeld
langdurig te starten, dan moet de buitenwaterkraan
worden dichtgedraaid en onmiddellijk weer worden
geopend als de motor aanslaat.
Het Digital Diesel Control system zal eventuele storingen
op het display tonen. Als er een fout in de generator
ontstaat dan verschijnt een foutmelding op het display.
foutmelding
probleem
Communicatie fout tussen het paneel
COMMUNICATION
en de generatorset
Spanning startaccu te laag
LOW START BAT
Accu wordt niet bijgeladen
ALTERNATOR
Uitlaat temperatuur is te hoog
EXHAUST TEMP
Koelmiddel temperatuur is te hoog
WATER TEMP
Oliedrukstoring
OIL PRESSURE
Wisselspanning van de generator is te
LOW VOLTAGE
laag
Generator wordt overbelast
HIGH CURRENT
De frequency van de generator is te
FREQUENCY
laag of te hoog
STORING VERHELPEN
Torn de motor om te controleren of deze vast
staat of er zich water in de cilinders bevindt. Indien
water in de cilinders, deactiveer het besturingssys-
teem en koppel de accu los. Verwijder de voor-
gloeipluggen. Draai de motor voorzichtig rond tot-
dat het water uit de cilinders verwijderd is.
Controleer de olie op aanwezigheid van water en
vervang zonodig olie en oliefilter. Zoek uit hoe het
water in de verbrandingskamer is gekomen. Een
oorzaak kan zijn dat de beluchter niet goed werkt.
Controleer de stand van de schakelaar en zet
deze aan.
Controleer de accuspanning.
Controleer de aansluitingen op de accupolen en
de bedrading van het startcircuit op corrosie en of
ze goed vastzitten
Bij volle startaccu daalt de spanning bij het starten
tot 11V. Wanneer de spanning niet daalt bij het
starten is de bedrading niet in orde. Wanneer de
spanning onder 11V daalt is de accu te ver
ontladen.
Controlleer zekeringen.
Repareer de startmotor.
Gebruik dunnere olie.
September 2004 / WHISPER 8 / 10 ULTRA NL