nigd. Controleer daarom regelmatig het oliepeil en vul
bij indien nodig.
Voer de controle van het oliepeil uit voor het starten
of minstens vijf minuten na het stoppen, zodat de olie
de gelegenheid heeft zich in het carter te verzamelen.
2 Controleer
het
koelvloeistofniveau
expansietankje.
3 Controleer de buitenwaterkranen. In geval van een
water/uitlaatgasscheider denkt men ook aan de af-
sluiter van de waterafvoer.
4 Controleer de wierpot (buitenwaterfilter).
5 Controleer op lekkages. Controleer regelmatig de be-
luchter.
6 Indien geen MASTERSWITCH is gemonteerd: zet de
keuzeschakelaar land/generator/uit op uit of schakel
alle verbruikers af.
7 Zet de accuschakelaar aan.
Starten van de generatorset:
Door het kortstondig indrukken van de "startknop"
wordt het elektronisch besturingssysteem van de
motor geactiveerd en de brandstofopvoerpomp in
werking gesteld. (Door op de stopknop te drukken
wordt het systeem gedeactiveerd.)
Er is een herstartbeveiliging aanwezig waardoor men de
startmotor niet kan bekrachtigen als de motor draait.
Sluit bij startproblemen, dat wil zeggen
wanneer u veel startpogingen moet doen,
de buitenwaterkraan.
Bij het starten van de motor draait ook de koelwater-
pomp. Het koelwater wordt daarbij in de uitlaat geïnjec-
teerd. Wanneer de motor niet loopt is de uitlaatdruk on-
voldoende om dit water uit de uitlaat de drukken. Het
water kan in de cilinders komen en "waterslag" veroorza-
ken. Sluit daarom bij startproblemen even de buitenwa-
terkraan en open deze weer zodra de motor loopt.
Controleer regelmatig de werking van de beluchter in de
koelwatertoevoerleiding. Indien de beluchter niet goed
werkt kan door hevelen de motor vol water raken en wa-
terslag het gevolg zijn.
Waterslag ontstaat bij pogingen de motor te starten met
water in de cilinder. Daar water niet samendrukbaar is
veroorzaakt waterslag grote schade aan de motor zoals
een kromme zuigerstang en scheuren in de kop. Water-
slag is de meest voorkomende oorzaak van schade aan
motoren aan boord van pleziervaartuigen.
NL / WHISPER 8 / 10 ULTRA / September 2004
Controles bij draaiende motor:
1 Controle koelwatertoevoer:
Kijk altijd direct na het starten van de generatorset of
koelwater uit de uitlaat komt. Is dit niet het geval, con-
troleer dan de werking van de koelwaterpomp. Nadat
in
het
u enige tijd met de generatorset werkt, is het meestal
voldoende goed te luisteren of u het water uit de
uitlaat hoort stromen.
Wanneer de watertoevoer geblokkeerd wordt of on-
voldoende is zal de uitlaattemperatuur oplopen en de
temperatuurschakelaar in de uitlaat de motor uitscha-
kelen.
2 Belasting van de motor bij langdurig bedrijf
Let op dat de generatorset niet overbelast wordt.
Overbelasting treedt op wanneer de elektrische be-
lasting zo hoog is dat de dieselmotor de generator
niet goed rond kan draaien. Hierdoor gaat de motor
rauw lopen, veel olie en brandstof gebruiken en gaat
de uitlaat roeten. Uiteindelijk kan de motor zelfs stop-
pen. Overbelasting wordt aangegeven door de rode
LED "overload" op de afstandsbediening.
Dit piekvermogen is bedoeld om motoren en com-
pressoren te starten die veel stroom vragen bij op-
starten vanuit stilstand.
Voor een lange levensduur van de generatorset is het
belangrijk dat de meest voorkomende belasting onge-
veer 70% is van de toegestane maximale belasting.
U dient hiermee rekening houden bij het gebruik van
uw elektrische apparatuur.
Overigens is de WHISPER zo ontworpen dat de
generatorset zelfs onder extreme omstandigheden
niet oververhit zal raken. Mocht dit toch gebeuren,
dan zal de beveiliging de motor afschakelen. De ge-
neratorset schakelt zichzelf uit bij een koelwatertem-
Let er vooral in havens op dat de koelwa-
terinlaat niet door drijvende voorwerpen
wordt geblokkeerd. In sterk verontreinigd
water of zanderig water kan de impeller
snel slijten en de wateropbrengst van de
pomp onvoldoende zijn.
De generatorset mag maar korte perioden
(enkele MINUTEN) belast worden tot aan
zijn piekvermogen.
GEBRUIK
19