PARKEERLICHTEN
H e t v o e r t u i g i s u i t g e r u s t m e t e e n
parkeerlicht voor en een achter. Ook al is
het altijd beter om het voertuig op de
daarvoor bestemde plekken en dus goed
v e r l i c h t e p l e k k e n t e p a r k e r e n , z i j n
parkeerlichten altijd erg makkelijk in het
geval er op een donkere of weinig verlichte
plek geparkeerd moet worden en dus het
voertuig zichtbaar moet zijn.
28
gebruik en onderhoud Breva
WERKING
Het aanzetten van de parkeerlichten:
1
Blokkeer het stuur zonder de sleutel (1)
u
t e
v e r w i j d e r e n ,
(STUURSLOT).
Zet de sleutel (1) op stand ≈
u
(PARKING).
Controleer of beide lichten aan zijn (voor
u
en achter).
De sleutel (1) uit het slot halen.
u
OPGELET
Laat de parkeerlichten niet langere tijd
achter elkaar branden om te voorkomen
dat de accu leeg raakt vanwege het
verbruik van de parkeerlichten. Als de
accu helemaal leeg is, kan de motor niet
gestart worden.
z i e
p a g .
2 7
∆