2
Veiligheid
2.2
Waarschuwingen
De veiligheidsinrichtingen die door de fabrikant op het apparaat zijn aangebracht, vormen slechts
de basis van de ongevallenpreventie. Met name de ondernemer bij wie het apparaat wordt gebruikt,
alsmede de door hem aangewezen personen die het apparaat bedienen, onderhouden of repareren
dragen de hoofdverantwoordelijkheid voor een arbeidsproces zonder ongevallen.
Om te garanderen dat het apparaat correct functioneert, dienen de volgende aanwijzingen en
waarschuwingen in acht te worden genomen.
Waarschuwingen – transport en installatie
Waarschuwing
• Na het uitpakken mag het apparaat alleen rechtop worden getransporteerd.
• Het apparaat mag niet worden blootgesteld aan direct zonlicht (venster, sterke lampen).
• Het apparaat mag alleen op een geaard stopcontact worden aangesloten. De beveiliging mag niet
worden opgeheven door het gebruik van een verlengsnoer zonder randaarde.
• Het gebruik in ruimten waar explosiegevaar bestaat, is niet toegestaan.
• Bij extreme temperatuurverschillen tussen de opslagplaats en de installatieplaats in combinatie
met een hoge luchtvochtigheid kan condensvorming optreden. In dergelijke situaties dient een
wachttijd van ten minste twee uur te worden aangehouden alvorens het apparaat in te schakelen.
Het negeren van deze wachttijd kan schade aan het apparaat veroorzaken.
Waarschuwingen – veiligheidsinstructies op het apparaat zelf
Waarschuwing
De met een waarschuwingsdriehoek aangegeven veiligheidsinstructies op het apparaat
betekenen, dat bij de bediening resp. het vervangen van het betreffende apparaatonderdeel de
bedieningsstappen moeten worden uitgevoerd zoals in deze handleiding staat beschreven.
Het negeren kan ongevallen, verwondingen en/of beschadiging van het apparaat of de accessoires
tot gevolg hebben.
Sommige oppervlakken van dit apparaat worden heet tijdens de werking en zijn gemarkeerd met dit
waarschuwingslabel:
Het aanraken van deze vlakken kan verbranding tot gevolg hebben.
12
Versie 2.4, Revisie P