1.6 Veilig werken
De in deze bedieningsvoorschriften genoemde veiligheidsvoorschriften behoren in
acht genomen te worden. De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor het naleven van de
locale veiligheidsbepalingen.
1.7 Veiligheidsvoorschriften voor bedienend personeel
•
Lekkages (bijv. bij membraanbreuk) van gevaarlijke media (bijv. agressief of to-
xisch) moeten dusdanig afgevoerd worden dat deze geen gevaar voor personen of
milieu kunnen opleveren. Wettelijke bepalingen dienen hierbij in opgevolgd te
worden.
•
Gevaar door elektrische stroom dient uitgesloten te worden (voor details raadpleeg
bijv. de voorschriften van het VDE en het plaatselijke energiebedrijf evenals hoofdstuk
1.4).
1.8 Veiligheidsvoorschriften voor inspectie, onderhoud en
montagewerkzaamheden.
De gebruiker heeft de taak ervoor te zorgen dat alle inspectie, onderhoud en
montagewerkzaamheden door geautoriseerd en gekwalificeerd personeel uitgevoerd
word, en dat deze kennis heeft genomen van deze gebruikshandleiding. In alle gevallen
behoren werkzaamheden aan doseerpompen alleen in uitgeschakelde toestand
uitgevoerd te worden. De in de gebruiksaanwijzing voorgeschreven procedures tot
stilleggen van de doseerpomp moeten altijd opgevolgd worden.
Doseerpompen of -installaties moeten gereinigd worden.
Onmiddellijk na het beëindigen van de werkzaamheden moeten alle
veiligheidsmaatregelen en beschermingsvoorzieningen weer aangebracht of in gebruik
genomen worden. Voor ingebruikname van de doseerpomp of -installatie, zijn de
hoofdstukken 7.2 „Installatie" en hoofdstuk 9 „Ingebruikname" op te volgen.
1.9 Eigenhandig uitvoeren van ombouw en onderdeelreparaties
Het ombouwen en aanpassen van doseerpompen is uitsluitend toegestaan na
goedkeuring van de fabrikant. Originele fabrieksonderdelen en door de fabrikant
aanbevolen toebehoren waarborgen de bedrijfszekerheid en -veiligheid. Gebruik van
andere dan originele onderdelen kan het recht op garantieaanspraak doen vervallen.
1.10 Ongeoorloofd gebruik
De operationele veiligheid van de geleverde doseerpomp, kan alleen gegarandeerd
worden wanneer het gebruik van de pomp in overeenstemming is met de functie zoals
omschreven in de opdrachtbevestiging en bijlagen. De in de opdrachtbijlagen
aangegeven limieten, mogen in geen geval overschreden worden.
101