8.3 Aansluiting bij zelfklokken of analoge aansturing motorpomp ......17 8.4 Instelling van de maximale slagfrequentie bij de DIL-schakelaar ......17 8.5 Instelling van de toegestane foute slagen ............18 9 Onderdelenlijst FLOWCON ..................18 10 Garantieaanvraag ....................19 Inhoudsopgave | Bedieningsvoorschrift FLOWCON | 3...
BELANGRIJK! Deze informatie verlicht de arbeid en zorgt voor storingsvrij werken. Direct aan de FLOWCON aangebrachte instructies zoals bv. • Kabelaanduiding • Kenmerk voor vloeistofaansluitingen moeten steeds in acht genomen en in goed leesbare toestand gehouden worden.
• Als aansluitingen voor ontluchting of om andere redenen tijdens het bedrijf zijn losgemaakt, moet overgelopen chemicalie absoluut vakkundig worden verwijderd. Uitsluitend op deze wijze kan gevaar voor de gezondheid door de chemicalie VOORZICHTIG! worden voorkomen en kan een chemische aantasting van de installatie worden vermeden. Veiligheidsvoorschriften | Bedieningsvoorschrift FLOWCON | 5...
Een aan de pomp slagsensor conform MB 1 32 01 registreert of een doseerslag is uitge- voerd. Bij een perfecte dosering wordt deze doseerslag bevestigd door het Reed-contact van de doorstroomsensor FLOWCON. Omdat de slagsensor het strooiveld van de aan- drijfmagneet analyseert, is het onbelangrijk of de pomp zelfklokkend of extern aange- stuurd werkt.
Bewaking van motordoseerpompen Voor de bewaking van motordoseerpompen wordt het contact van een naderingsinitiator bij de aandrijfexcenter vergeleken met het contact van de doorstroomsensor FLOWCON. Ook hier kan de naderingsinitiator vervallen als de pomp via externe contacten wordt aangestuurd. Bij de elektronica kan een bepaald aantal (max. 7) toegestane foute slagen worden ingesteld.
Pagina 8
Maßbild Hubsensor DIN ISO 2768 T.1 mittel gez. 22.07.03 Metz G 3/4 76 Zg.-Nr. Blatt gepr. MB 1 33 11/3 Index Änderung Datum Name Datum Name Ersatz für Ersetzt durch Ø9 Naderingsinitiator M12 x 1 8 | Bedieningsvoorschrift FLOWCON | Maatbladen...
Om beschadiging te vermijden, mag slechts gerin- ge kracht gebruikt worden. Kunststofonderdelen (met name pvc onderdelen) kunnen beter worden vastgeschroefd en weer losgedraaid als de schroefdraad van tevoren voorzien is van een glijmiddel (bv. siliconenvet). 12 | Bedieningsvoorschrift FLOWCON | Installatie...
CON geen lussen ontstaan! Lucht- c.q. gasblazen die daardoor ontstaan, kunnen op BELANGRIJK! grond van hun werking de functie van de FLOWCON schaden. De vlotter (2) in de FLOWCON-sensor is standaard met een veer belast. AANWIJZING! Als dunvloeibare media (tot ca. 20 m Pas) in zeer kleine hoeveelheden worden gedo- seerd, dient de veer (1) te worden weggepakt.
6 Inbedrijfstelling Als ter bewaking de analyse-elektronica FLOWCON wordt gebruikt, moeten vóór de in- bedrijfstelling de maximale slagfrequentie van de doseerpomp en het aantal toegestane foute slagen worden ingesteld (zie paragraaf 8. Elektrische aansluiting) Ontluchten: 1 Bypass-ventiel (1) volledig openen (spindel linksom naar buiten draaien) oder 2 Pomp inschakelen en laten verpompen tot geen luchtbellen meer uittreden.
(Zie paragraaf 2. Installatie) 6.1 Onderhoud De FLOWCON is zelfcontrolerend. Dat wil zeggen dat bv. bij een verstopping van de medium transporterende boorgaten in de behuizing een alarm wordt gemeld, terwijl het Reed-contact niet meer wordt aangestuurd.
Kl. 3 en 4 gesloten Bij alarm Kl. 4 en 5 gesloten Bij gebruik Zie paragraaf 8.1, 8.2 en 8.3 DIL-schakelaar ter instelling van de max. slagfrequentie (punt 8.4) en de toegestane foute slagen (8.5). 16 | Bedieningsvoorschrift FLOWCON | Bedieningspaneel analyse-elektronica...
8.3 Aansluiting bij zelfklokken of analoge aansturing motorpomp zwart Naderingsinitiator bruin blauw Doorstroomsensor verbreekcontact (groen/bruin), maak-contact (wit/bruin) 8.4 Instelling van de maximale slagfrequentie bij de DIL-schakelaar Slagfrequentie Schakelaar tot 180/min tot 120/min tot 90/min tot 65/min Elektrische aansluiting | Bedieningsvoorschrift FLOWCON | 17...