Instellingen
> Schakel de bovendraadcontrole (1) in of uit.
> Schakel de onderdraadcontrole (2) in of uit.
3.8 Afhechtsteken instellen
> Tik op «Home».
> Tik op «Setup-programma».
> Tik op «Afhechtsteken».
> Stel het gewenste aantal afhechtsteken in.
3.9 Bovendraadspanning instellen
> Tik in het naaivenster op «Bovendraadspanning».
> Stel de bovendraadspanning in.
3.10 Gebruikersprofielen beheren
Persoonlijke instellingen kunnen in maximaal 5 gebruikersprofielen worden opgeslagen.
51