BUITENBOORDMOTORINSTALLATIE
Brandstofdrukmeterset
4.
Leg de afvoerslang van de brandstofdrukmeter in een geschikte bak om de overtollige brandstof op te
vangen.
a
b
a -
ontluchtingsklep brandstofdrukmeter
b -
schrader-ventiel
c -
afvoerslang naar geschikte bak
5.
Open de ontluchtingsklep van de brandstofdrukmeter en draai de contactsleutel naar AAN. De
brandstofpompen draaien nu drie tot vijf seconden.
6.
Draai de contactsleutel naar UIT en weer naar AAN. De brandstofpompen draaien nu drie tot vijf
seconden. Blijft de contactsleutel naar UIT en weer naar AAN draaien totdat de afgevoerde brandstof
relatief weinig luchtbellen meer bevat.
NB: Als het brandstofsysteem van de buitenboordmotor ook na 15 keer verdraaien van de contactsleutel niet
ontlucht is, controleer dan op lekken in de brandstofleiding naar de buitenboordmotor. Repareer naar vereist.
Als er geen lek is, kan dat betekenen dat het brandstoftoevoersysteem naar de buitenboordmotor te veel
weerstand oplevert. Verhelp de situatie en probeer het nogmaals.
7.
Verwijder de brandstofdrukmeter.
8.
Draai de contactsleutel naar aan. Start de motor wanneer de brandstofpompen gestopt zijn met
draaien. De motor zal bij de eerste poging soms niet meteen starten. De motor zal nog maximaal twee
minuten ruw stationair draaien, totdat alle resterende lucht uit het brandstofsysteem is verwijderd.
nld
Voor het testen van de brandstofpompdruk; kan
worden gebruikt om de brandstofdruk af te
laten.
2807
c
77
91-881833A03
58370