BELANGRIJK: De brandstofslangfitting voor snelkoppeling heeft geen keerklep. Er kan brandstof uit de slang
druppelen als deze verbinding wordt verbroken. Zorg dat er een geschikte opvangbak klaar staat als u de
brandstofslang van de motor loskoppelt. Neem alle voorzorgsmaatregelen voor een veilige omgang met
brandstof in acht. Ruim gemorste brandstof op en voer deze af volgens de ter plaatse geldende wet- en
regelgeving.
EPA-eisen voor onder druk staande losse brandstoftanks
De Amerikaanse Environmental Protection Agency (EPA) schrijft voor dat draagbare brandstofsystemen die
na 1 januari 2011 zijn geproduceerd voor gebruik met buitenboordmotoren, geheel afgedicht (onder druk)
moeten blijven tot 34,4 kPa (5,0 psi). Deze tanks kunnen het volgende bevatten:
•
Een luchtinlaatopening waardoor lucht kan binnenstromen wanneer de brandstof uit de tank wordt
opgezogen.
•
Een luchtafvoeropening die naar de atmosfeer afblaast als de druk meer bedraagt dan 34,4 kPa
(5,0 psi).
Eis voor brandstofvraagklep (fuel demand valve; FDV)
Bij gebruik van een onder druk staande brandstoftank moet er altijd een brandstofvraagklep geïnstalleerd zijn
in de brandstofslang tussen de brandstoftank en de motor. De brandstofvraagklep voorkomt dat onder druk
staande brandstof in de motor belandt en deze doet verzuipen, of dat er brandstof wordt gemorst.
De brandstofvraagklep heeft een handbediende ontlastklep. De handbediende ontlastklep kan worden
gebruikt (ingedrukt) om de vraagklep te openen (omzeilen) als er een brandstofverstopping in de klep zit.
a
nld
BRANDSTOF EN OLIE
Snelkoppeling brandstofslang
b
a -
b -
c -
c
46273
53883
brandstofvraagklep - geïnstalleerd in de brandstofslang
tussen de brandstoftank en de motor
handbediende ontlastklep
onluchtings-/wateraftapopeningen
21