Technische gegevens HT-G4 filter element.
Gemiddeld gravimetrisch rendement %
Gemiddeld atmosferisch rendement %
Aanstroomsnelheid
Aanvangsweerstand
Aanbevolen eindweerstand
Bedrijfstemperatuur max.
Filterklasse (EN779)
Filters
Indien de standaard hoogtemperatuurfilters niet toepasbaar zijn, kan in overleg met de
projectspecialist van de fabrikant, een alternatief worden geboden.
5.11 Druppelvanger
Indien gewenst of vereist kan de mengluchtverwarmer aan de luchtinlaatzijde worden voorzien van
een druppelvanger ter voorkoming dat er ongewenst regenwater in de omkasting van het toestel
wordt gezogen.
De druppelvanger is standaard uitgevoerd in kunststof.
De effectiviteit neemt toe naarmate de aanstroomsnelheid van de lucht groter wordt. De maximaal
gedimensioneerde luchtsnelheid bedraagt ca. 6 m/sec.
Voor overige gegevens raadpleeg de grafiek voor drukverlies en effectiviteit.
5.12 Buitenluchtrooster
Indien gewenst kan de luchtaanzuigzijde worden voorzien van een regenkap met hierin geplaatst
een buitenluchtrooster. De aanstroomsnelheid van de lucht mag niet hoger zijn dan netto 2,5 m/sec
wegens het gevaar dat water binnen in het toestel wordt aangezogen. Standaard wordt een regenkap
met gaasraam en/of druppelvanger geplaatst.
5.13 Jalouzieklep
Om een thermische trek vanuit de verwarmde ruimte tegen te gaan kan een jalouzieklep met
servomotor worden geplaatst. De servomotor is voorzien van een eindschakelaar. Tijdens het
opstarten van het toestel wordt eerst de jalouzieklep geopend. Is deze > 90% geopend dan schakelt
de eindschakelaar. Hierna wordt de ventilatormotor gestart.
Voor buitentoestellen wordt de klep geplaatst na - en voor binnentoestellen wordt de klep geplaatst
aan de inlaatzijde van het toestel. Hierdoor wordt vorming van condens tijdens een stilstandperiode
beperkt cq. voorkomen.
5.14 Zomer-winterthermostaat
Code nr. 06 29 028.
Aan de luchtinlaatzijde is standaard een zomer-winterthermostaat gemonteerd.
Deze thermostaat schakelt de brander uit indien de aangezogen lucht boven de ingestelde waarde
ligt en schakelt de brander weer in bij een dalende luchttemperatuur.
De instelling is projectmatig.
:
95
:
30-40
m/sec :
1,2
Pa
:
75 bij (max.) 1000 m
Pa
:
325
ºC
:
200
G4
/h per filterelement.
3
NL
11