7
Onderhoud/Reiniging
Voor het begin van het onderhouds- en reinigingswerk schakelt u
de stroombron en de extra apparaten uit en sluit u de gastoevoer
af.
7.1
Visuele controle
De volgende visuele controle voor elk gebruik doorvoeren:
De lastoorts en het slangpakket voor gebruik op uiterlijk zichtbare be-
schadigingen controleren. Een beschadigte lastoorts niet in gebruik
nemen.
Gasmondstuk en contacttip op lasspatterbrug controleren. Wanneer
nodig de contacttip reinigen. Bij grote slijtage, de contacttip of het
gasmondstuk uitwisselen.
De correcte zitting van de snelaansluitingen van de koelunit en aan
de stroombron controleren.
7.2
Reiniging
7.2.1 Lastoorts reinigen
Gasmondstuk afnemen en de lasspatters van de contacttip verwijde-
ren.
Verontreinigingen op de toortshals en op de handgreep met een
poetslap afnemen.
De spatisolatie controleren, reinigen en bij sterke slijtage uitwisse-
len.
7.2.2 Liner reinigen
Het slangpakket van de stroombron losmaken en gestrekt uitleggen,
sterke buigingen vermijden.
Liner losmaken en eruit trekken.
Liner aan beide zijden met perslucht reinigen. Bij sterke slijtage de
liner uitwisselen.
Onderhoud/Reiniging
23