2.4.8 Gevaren in de werkomgeving
Verschillende gevaren in de werkomgeving!
Afhankelijk van de natuur van de werkomgeving kan extra, indirekt
gevaar optreden! De volgende aanwijzingen behartigen om verwon-
dingen te vermijden:
Bij verhoogd gevaar door elektriciteit, in een vochtige omgeving
of bij vochtige kleding, moet u de juiste stroombron gebruiken
en deze buiten het gevarenbereik opstellen. Aanvullend, de
stroombron met een RCD (FI-relais) beschermen.
In nauwe ruimten, (afstand tot de stroomvoerende leidingen
< 2 m) extra isolatie aanbrengen tegen het aanraken van electri-
sche leidingen.
Aanvullend electrisch gereedschap van de werkplek verwijderen,
om het doorbranden van aardleidingen door vagabonderende
lasstroom te verhinderen.
Gasflessen tegen omvallen bevestigen.
In een werkomgeving met een geluidsniveau > 80 db (A) moet u
een geluidsbescherming dragen.
WAARSCHUWING
Veiligheid
13