4.4 Wateraansluitingen
De installatie moet worden uitgevoerd volgens de geldende wettelijke
voorschriften, de regels van goed vakmanschap en de aanwijzingen
in deze handleiding.
4.4.1
Voorschriften
Tussen de verwarmingsketel en de veiligheidskleppen
mag geen enkel orgaan gemonteerd worden dat de leiding
geheel of gedeeltelijk dichtstopt (Frankrijk: DTU - 65.11, §
4.22 - NF P 52-203).
Verwarmingsinstallaties
gemonteerd
worden
verwarmingswater en van de daaraan toegevoegde
producten naar de drinkwaterleiding vermeden wordt
(artikel 16-7 van het model van het departementaal
gezondheidsreglement). Er moet een ontkoppelaar CB
(ontkoppelaar met verschillende, niet controleerbare
drukzones) geïnstalleerd worden voor het vullen van de
verwarmingskring volgens de norm NF P 43-011.
4.4.2
Aansluiting van het tapwatercircuit
Zie: Handleiding van het sanitair-warmwatertoestel.
25/07/2012 - 300012660-001-01
moeten
zo
ontworpen
dat
het
terugstromen
GTU C 120 FF - GTU C 1200 FF
Voor de ketels GTU C 1200 FF: Alvorens het geheel op de
verwarmingsinstallatie aan te sluiten moet dit gemonteerd
en aangesloten worden.
Zie de montagehandleiding.
Voordat de hydraulische aansluitingen tot stand worden gebracht
van de verwarmingskring en de warmtewisselaar van de sanitair
warm water boiler, moeten de kringen beslist worden doorgespoeld
om alle deeltjes die organen kunnen beschadigen te verwijderen
(veiligheidsklep, pompen, kleppen...).
en
In geval van installaties met thermostatische bescherming,
van
mogen enkel veiligheidskleppen met de vermelding H
aangesloten worden en dit enkel aan de veiligheidsnaad
aan de vertrekzijde van de boiler. Hun afvoercapaciteit
dient overeen te komen met het maximaal nominaal nuttig
vermogen van de boiler (Duitsland: DIN EN 12828).
23