Probleem
De buiteneenheid
maakt lawaai.
Er wordt stoft
gegenereerd door
zowel de binnen- als
buiteneenheid.
Het apparaat stinkt.
De ventilator van
de buiteneenheid
functioneert niet.
De eenheid
functioneert
wispelturig,
onvoorspelbaar of
reageert helemaal
niet.
OPMERKING: Neem contact op met de leverancier als dit probleem zich blijft voordoen. Geef een
gedetailleerde beschrijving van het defect bij het apparaat en ook het nummer van uw model.
LET OP
Controleer de volgende punten voordat u contact opneemt met een reparatiebedrijf als u
problemen ondervindt.
Probleem
Mogelijke Oorzaken
De temperatuurinstelling is misschien hoger dan de
omgevingstemperatuur van de kamer.
De warmtewisselaar op de buiten- of binneneenheid
is vuil.
De luchtfilter is vuil.
De luchtinlaat of -uitlaat van een van de eenheden is
geblokkeerd.
Deuren en ramen staan open.
Slechte
koelprestaties
Er wordt te veel hitte door zonlicht geproduceerd.
Te veel warmtebronnen in de kamer (mensen,
computers, elektronica et cetera).
De SILENT (Stille) functie is ingeschakeld (optionele
functie)
Mogelijke Oorzaken
Het apparaat maakt verschillende geluiden al naargelang de huidige
bedrijfsmodus.
Het apparaat kan stop verzamelen tijdens langdurige perioden van niet in
gebruik zijn, en dit wordt gegenereerd als het apparaat wordt ingeschakeld.
Dit kan worden verminderd door het apparaat af te dekken tijdens langdurige
perioden van niet in gebruik zijn.
Het apparaat kan vieze geuren uit de omgeving absorberen (zoals meubels,
koken, sigaretten et cetera) en deze zullen te ruiken zijn tijdens het in bedrijf
zijn.
De filters van het apparaat zijn beschimmeld geraakt en moeten worden
schoongemaakt.
Tijdens het in bedrijf zijn wordt de snelheid van de ventilator beheerd om het
functioneren van het apparaat te optimaliseren.
Interferentie van zendmasten en externe boosters kunnen er voorzorgen dat de
eenheid niet goed functioneert.
Probeer in dat geval het volgende:
●
Haal de stekker uit het stopcontact en doe deze er weer in.
●
Druk op AAN-/UIT op de afstandsbediening om het apparaat weer in te
schakelen.
Oplossing
Verlaag de temperatuurinstelling.
Maak de desbetreffende
warmtewisselaar schoon.
Verwijder de filter en maak deze
schoon volgens de instructies.
Schakel het apparaat uit,
verwijder de verstopping en
schakel het weer in.
Controleer of alle deuren en
ramen dicht zijn als het apparaat
in bedrijf is.
Sluit ramen en gordijnen
gedurende perioden met veel
hitte of fel zonlicht.
Reduceer het aantal
warmtebronnen.
De SILENT (Stille) functie kan
de prestaties van het product
doen verminderen door de
frequentie van het functioneren
te reduceren. Schakel de SILENT
(Stille) functie uit.
59