Inhoudsopgave
Advertenties
Controles op lekstroom en gaslekken
WAARSCHUWING - ELEKTROCUTIEGEVAAR
ALLE BEDRADING MOET VOLDOEN AAN DE LOCALE EN LANDELIJKE ELEKTRICITEITSNORMEN EN
REGELS, EN MOET WORDEN GEÏNSTALLEERD DOOR EEN BEVOEGD TECHNICUS.
VÓÓR DE TESTRUN
Voer de test past uit als u de volgende procedures hebt uitgevoerd:
●
Elektrische veiligheidscontroles - bevestig dat het elektrische systeem van de eenheid veilig is en
goed functioneert.
●
Controles op gaslekken - controleer alle conische moeren en bevestig dat het systeem niet lekt.
●
Bevestig dat het gas- en de vloeistofkleppen (hoge en lage druk) helemaal open staan.
Elektrische veiligheidscontroles
Bevestig na het installeren dat alle elektrische
bedrading werd geïnstalleerd volgens de locale
en landelijke regels, en in overeenstemming met
de installatiehandleiding.
VÓÓR DE TESTRUN
De aarding controleren
Meet de aardspreidingsweerstand door
middel van een visuele inspectie en met een
aardspreidingsweerstandsmeter.
TIJDENS DE TESTRUN
Controleren op lekstroom.
Gebruik een elektrosonde en multimeter om een
uitgebreide lekstroomtest uit te voeren tijdens het
testen.
Als er lekstroom wordt gedetecteerd dan moet
de eenheid onmiddellijk worden uitgeschakeld en
contact worden opgenomen met een bevoegd
technicus om de oorzaak van de lekkage te
achterhalen.
Opmerking: Dit is niet nodig op sommige locaties
in Noord-Amerika.
Controles op gaslekken
Er zijn twee verschillende manieren op te
controleren op gaslekken.
Water met een sopje
Gebruik een zachte borstel en breng water met
een sopje of een vloeibaar schoonmaakmiddel
aan op alle aansluitpunten van de pijpen op de
binnen- en buiteneenheden. Luchtbellen geven
aan dat er een lek is.
Lekken detecteren
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het
apparaat als u gebruik maakt van een lekdetector.
Controlepunt van
buiteneenheid
A: Lage druk stopklep
B: Hoge druk stopklep
C/D: Conische moeren
binneneenheid
NA HET UITVOEREN VAN DE CONTROLES OP
GASLEKKEN
Plaats de kap van de klep weer terug
op de buiteneenheid nadat werd
vastgesteld dat alle aansluitpunten van
de pijpen NIET lekken.
31
Controlepunt van
binneneenheid
D
B
C
A
Advertenties
Inhoudsopgave
