6
De binneneenheid monteren.
Plaats de pijpen in het gat
in de wand.
Doe het volgende als u een nieuwe pijp hebt aangesloten op de buiteneenheid:
●
Als u de koelpijpen reeds door het gat in de muur hebt laten lopen, ga dan naar Stap 4.
●
Controleer anders heel goed of de uiteinden van de koelpijpen zijn afgedicht om te voorkomen dat er
vuil of vreemde voorwerpen in de pijpen kunnen komen.
●
Laat de omwikkelde bundel van koelpijpen, de afvoerslang en de signaalkabel langzaam door het gat
in de muur passeren.
●
Haak de bovenzijde van de eenheid vast aan de bovenste haak van de montageplaat.
●
Controleer of de eenheid stevig vast zit aan de montageplaat door lichtjes te drukken op de linker- en
rechterzijde van de eenheid. De eenheid mag niet wiebelen of verschuiven.
●
Druk de onderste helft van de eenheid met een gelijkmatige druk omlaag. Druk net zolang omlaag
totdat de eenheid vastklikt op de haken aan de onderzijde van de montageplaat.
●
Controleer nogmaals of de eenheid stevig vast door lichtjes te drukken op de linker- en rechterzijde
van de eenheid.
Verbindingskabel
Afvoerslang
Haak
Haak ze en drukt ze
lichtjes omlaag om ze
vast te zetten.
18
Controleer of de
eeheid stevig vastzit.