Inhoudsopgave
Advertenties
6
Luchtkanaal aansluiten
6.1 Luchtkanalen
Aan bandwerende ventielen mogen luchtkanalen van
brandbare of niet brandbare materialen aangesloten
worden.
6.2 Begrenzing van de kanaaluitzetting
Afb. 10: Beperken van krachten
Luchtkanalen moeten zo aangelegd worden, dat in
geval van brand deze geen aanzienlijke krachten op de
brandklep kunnen uitoefenen.
De in geval van een brand optredende uitzetting van het
kanaal kunnen door bochten en kromtrekken of door het
doorzetten van bochten opgenomen worden, Afb. 10 .
Advies
Voor verdere informatie wordt verwezen naar
de "Richtlijn van brandtechnische eisen in lucht-
behandelingsinstallaties (Lüftungsanlagen-Richtlinie
LüAR)".
Naar aanleiding van het uitzetten van de kanalen en het
vervormen van de brandscheiding in geval van brand,
adviseren wij starre luchtkanalen bij de volgende situ-
aties met elastische aansluitingen aan te sluiten:
in flexibele wanden
in schachtwanden in systeembouw
met steenwolplaten
6.3 Toebehoren voor brandwerende
ventielen
Verlengdelen
Vanwege de constructie zijn bij gebruik van eindschake-
laars een verlengdeel nodig. De lengte van het brand-
werende ventiel is dan L = 300 mm.
Om het aansluiten op de luchtkanalen te vereenvou-
digen, moet het brandwerende ventiel bij wanddikten >
115 mm en bij de montage in vloeren met een verleng-
deel verlengt worden.
6.4 Elastische aansluitingen
Elastische aansluitingen
Afb. 11: FV-EU met elastische aansluiting
① FV-EU
② Elastische aansluiting
③ Luchtkanaal
Ⓐ Inbouwzijde
Ⓑ Bedieningszijde
De elastische aansluitingen zo monteren, dat trek-
en schuifkrachten opgenomen worden. Als alternatief
kunnen ook flexibele luchtkanalen gebruikt worden. Bij
gebruik van elastische aansluitingen een potentiaalver-
effening maken
ning" op pagina 20 .
Brandwerend ventiel Serie FV-EU
Luchtkanaal aansluiten
Elastische aansluitingen
Ä Hoofdstuk 7.2 „Potentiaalvereffe-
19
Advertenties
Inhoudsopgave
