Inhoudsopgave
Advertenties
Inbouw
Massieve wand > Natte montage
5.4 Massieve wand
5.4.1 Natte montage
Afb. 6: Montage in een massieve wand
Mortel
①
Montageframe
②
Personeel:
Vaklieden
Materiaal:
Mortel
Ä „Toelaatbare mortel voor de nattemontage" op pagina 13
Vereisten
Brandwerendheidsklasse EI 120 S
Massieve wanden (of "zware" brandwand), bv. van beton, cellenbeton, metselwerk of massieve gipsplaten
volgens DIN EN 12859 (zonder holle ruimten), soortelijke massa ≥ 500 kg/m³ en W ≥ 100 mm
Afstand van het brandwerende ventiel tot dragende constructies ≥ 75 mm
Afstand tussen twee brandventielen ≥ 200 mm
1.
Inbouwopening door een boorgat of een sparing aan te houden, ØDN + minimaal 80 mm.
Muurankers en evt. ronde of rechthoekige afdekring aan het ventiel monteren.
2.
Inbouwframe in de sparing schuiven en vastzetten. Let er op, dat het ventiel vlak tegen de wand ligt.
Bij een wanddikte > 115 mm moet het brandwerende ventiel verlengd worden middels een verlengstuk of met
een spiralobuis aan de inbouwzijde.
3.
De omlopende uitsparing »s« volledig met mortel opvullen. De mortelbeddikte mag niet minder dan 100 mm
100 mm bedragen.
4.
Na het uitharden van de mortel het brandwerende ventiel in de inbouwframe plaatsen
testen" op pagina 21 .
Inbouw bij het opbouwen van de wand
Wordt de inbouwframe direct bij het opmetselen van de wand ingebouwd, dan kan de omlopende uitspa-
ring »s« vergeten worden. De holle ruimte tussen het inbouwframe en de wand moet geheel met mortel opgevuld
worden. Luchtinsluitingen moeten vermeden worden. Het mortelbed moet over de gehele wanddikte opgevuld
worden.
14
Inmetselanker, 3 × onder 120° geplaatst
③
Verlengdelen
④
Brandwerend ventiel Serie FV-EU
Ä Hoofdstuk 8 „Functie
Advertenties
Inhoudsopgave
