Samenvatting van Inhoud voor Trox Technik FKR-EU Series
Pagina 1
Montage en bedieningshandleiding NL/nl Brandklep Serie FKR-EU conform de prestatieverklaring DoP / FKR-EU / DE / 002 Voor het begin van alle werkzaamheden de handleiding lezen!
Algemene opmerkingen Algemene opmerkingen TROX Technische service Informatie voor de montage en bedieningshandlei- Voor een snelle en efficiënte storingsmelding graag de ding volgende gegevens paraat hebben: Deze montage- en bedieningshandleiding geeft een Leverdatum TROX componenten en/of systemen beeld van de correcte montage en ophanging van de TROX Opdracht en positienummer ...
Pagina 4
Algemene opmerkingen Veiligheidsinstructies Veiligheidsinstructies in werkinstructie Veiligheidsinstructies worden in deze handleiding voor- Veiligheidsinstructies kunnen verwijzen naar specifieke, zien van symbolen. De veiligheidsinstructies worden individuele instructies. Deze veiligheidsinstructies zijn met signaalwoorden, die de omvang van het gevaar ingebed in de werkinstructie, zodat ze het lezen van de weergeven, ingeleid.
Veiligheid Vaklieden Veiligheid Onoordeelkundig gebruik 1.1 Algemene veiligheidsinstructie WAARSCHUWING! Scherpe randen, scherpe hoeken en dunwandig Gevaar bij onoordeelkundig gebruik! plaatwerk Onoordeelkundig gebruik kan tot gevaarlijke situ- aties leiden. VOORZICHTIG! De brandklep mag niet gebruikt worden: Verwondingsgevaar aan scherpe randen en dun- –...
Technische gegevens Algemene gegevens Technische gegevens 2.1 Algemene gegevens Nominale grootte 315 – 800 mm Huislengten 495 en 550 mm Luchthoeveelheidsbereik tot 5001 l/s tot 18005 m³/h Drukverschilbereik tot 2000 Pa minimaal 0 – 50 °C 1, 3 Bedrijfstemperatuur Signaleringstemperatuur 72 °C of 95 °C (voor warmeluchtsystemen) ≤...
Technische gegevens FKR-EU met smeltlood 2.2 FKR-EU met smeltlood Afmetingen en gewicht α Afb. 2: FKR-EU met smeltlood ① Steekverbinding ② Flensuitvoering Afmetingen mm / Gewicht kg Nominale grootte ∅DN ∅D1 α 45 ° 30 ° 22,5 ° Aantal gaten Gewicht FKR-EU 14,1 16,4...
Technische gegevens FKR-EU met veerretourmotor Eindschakelaar Aansluitkabel lengte / doorsnede 1 m / 3 × 0,34 mm² Beschermingsgraad IP 66 Contactuitvoering 1 wisselcontact, galv. verguld Maximale schakelstroom 0,5 A Maximale schakelspanning 30 V DC, 250 V AC Contactweerstand ca. 30 mΩ 2.3 FKR-EU met veerretourmotor Afmetingen en gewicht α...
Pagina 10
Technische gegevens FKR-EU met veerretourmotor Afmetingen mm / Gewicht kg Nominale grootte ∅DN ∅D1 α 45 ° 30 ° 22,5 ° Aantal gaten Gewicht FKR-EU 16,7 19,0 20,6 23,9 28,3 31,3 Gewicht FKR-EU met droge 21,3 23,6 26,8 34,8 34,9 44,4 51,5 60,5...
Pagina 11
Technische gegevens FKR-EU met veerretourmotor Veerretourmotor BLF... uitvoering 230-T-2 TR 24-T-ST-2 TR Open-stand Dimensionering 12,5 VA 10 VA Looptijd Motor / veerterugloop ca. 140 s / ca. 16 s Eindschakelaar Contactuitvoering 2 wissel Schakelspanning 5 – 120 V DC / 5 – 250 V AC Schakelstroom 1 mA –...
Transport en opslag Transport en opslag Controleren van de levering De levering onmiddellijk na het aanleveren op transport- schade en volledigheid controleren. Bij transportschade of een onvolledige levering direct de transporteur en de leverancier informeren. Brandklep – Evt. hulpstukken / toebehoren Een gebruiksaanwijzing per levering ...
Opbouw en functie FKR-EU met veerretourmotor Opbouw en functie 4.2 FKR-EU met veerretourmotor Brandkleppen worden als veiligheidstechnische onder- delen in een ventilatiesysteem toegepast. De brandklep dient als afsluitinrichting voor het verhinderen van brand- en rookoverdracht door het luchtkanaal. Bij het gebruik zullen de brandkleppen open staan om de lucht- verplaatsing in de luchtkanalen te waarborgen.
Inbouw Algemeen montageadvies Inbouw 5.1 Overzicht inbouwsituaties Advies De brandwerendheidsklasse van brandkleppen en wand/plafond kunnen van elkaar afwijken. De uiteindelijke brandwerendheidsklasse van het totale systeem wordt echter door de laagste waarde bepaald. Scheidingscon- Inbouwsituatie / uitvoering Mini- Brandweerstands- Inbouw Inbouw- struktie male klasse van de...
Inbouw Algemeen montageadvies > Na de inbouw Algemeen moet worden aangehouden: Toelaatbare mortel voor de nattemontage Bediening, elektrische motor en inspectieopening Bij natte montage moet de ruimte tussen de brandklep moeten voor inspectie en onderhoudswerkzaam- en de wand of het plafond met mortel geheel opgevuld heden toegankelijk blijven.
Inbouw Massieve wanden > Natte montage 5.4 Massieve wanden 5.4.1 Natte montage 1 0 0 W ≥ ≥ 1 0 1 0 0 W ≥ 1 0 0 W ≥ Afb. 8: Natte montage in massieve wand ① Mortel ② indien noodzakelijk verlengdeel Ⓐ...
Pagina 17
Inbouw Massieve wanden > Natte montage Personeel: Vaklieden Materialen: Mortel Ä „Toelaatbare mortel voor de nattemontage“ op pagina 15 Vereisten Brandwerendheidsklasse EI 120 S Massieve wanden, ook wel brandscheiding genoemd, bv. van beton, cellenbeton, metselwerk of massieve gips- ...
Inbouw Massief plafond > Natte montage 5.5 Massief plafond 5.5.1 Natte montage s ≥ s ≥ s ≥ Afb. 9: Inbouw in massieve plafonds, staande, hangend en "flens tegen flens" ① Mortel ② Verlengdeel Ⓐ Montagezijde Ⓑ Bedieningszijde Afstand tussen twee brandkleppen ≥ 40 mm, bij flen- suitvoeringen 80 mm Ronde steekverbinding 370 mm, flensuitvoering 342 mm...
Pagina 19
Inbouw Massief plafond > Natte montage Personeel: Vaklieden Materialen: Mortel Ä „Toelaatbare mortel voor de nattemontage“ op pagina 15 Vereisten Brandwerendheidsklasse EI 120 S Massieve vloeren zonder holleruimten van beton of cellenbeton, soortelijke massa ≥ 600 kg/m³ en D ≥ 150 mm ...
Inbouw Massief plafond > Natte inbouw in een betonnen sokkel 5.5.2 Natte inbouw in een betonnen sokkel ≥ 150 ≥ 100 Afb. 10: Massieve vloer, natte inbouw in een betonnen sokkel ① FKR-EU Ⓐ Montagezijde ② Betonsokkel met bewapening Ⓑ Bedieningszijde ③...
Pagina 21
Inbouw Massief plafond > Natte inbouw in een betonnen sokkel Hilti Hit -HY 200 8ø8/(0.80) Hilti Hit -HY 200 8ø8/(0.55) ø8 ø8 ø8 ø8 ø8 ø8 ø6 ø6 ø8 ø8 ø8 ø8 ø8 8ø8 8ø8 10ø6 10ø8 ø8 ø8 315-800 ø8 ø8 ø8...
Inbouw Flexibele wand 5.6 Flexibele wand ≤ 625 W ≥100 12,5 12,5 a ≥10 Afb. 12: Lichte scheidingswand met metalen profiel en tweezijdige beplating ① UW-Profiel ⑦ Kopsekant (optioneel) ② CW-Profiel ⑧ Flap naar binnen ombuigen ③ Schroeven of nieten ⑨...
Pagina 23
Inbouw Flexibele wand Wandopbouw en inbouwopening De flexibele wand volgens de instructies fabrikant plaatsen. Inbouwopening maken, zie Afb. 12: – De inbouwopening in het metalen raamwerk met staanders en profielen maken. Bij de natte inbouw vanaf de nominale grootte ∅450 het raster met vier extra profielen ⑨ uitvoeren, die –...
Inbouw Flexibele wand > Natte montage 5.6.1 Natte montage ≥ 1 ≥ 1 W ≥ 100 12,5 12,5 a ≥10 Afb. 13: Natte montage ① Metalen profiel (omlopend) Ⓑ Bedieningszijde ② Montageschroeven Afstand tussen twee brandkleppen 40 mm tot 80 mm ③...
Pagina 25
Inbouw Flexibele wand > Natte montage Vereisten Brandwerendheidsklasse EI 90 S Flexibele wanden met metalen profiel en tweezijdige beplating, W ≥ 100 mm, verdere specificaties Ä op pagina 22. Afstand van de brandklep tot dragende bouwdelen ≥ 40 mm ...
Pagina 26
Inbouw Flexibele wand > Natte montage ⑦ Kopsekant (met het metalen profiel verschroefd) ⑧ Mortel of gips ⑨ Scheidingsstroken (overeenkomstig de wandcon- structie) naar keuze Inbouwdetails voor verdere wanduitvoeringen op aanvraag W = 155 mm W ≤ 250 mm W ≤ 250 mm ≥...
Inbouw Flexibele wand > Droge montage met vierkante droge in... 5.6.2 Droge montage met vierkante droge inbouwset TQ ∅DN 315 - 800 W ≥ 100 12,5 12,5 a ≥10 Afb. 16: Drogemontage met vierkante inbouwset TQ ① ⑤ Metalen profiel (omlopend) Montageschroeven (metal-studprofiel) ②...
Pagina 28
Inbouw Flexibele wand > Droge montage met vierkante droge in... W ≤ 250 mm W = 155 mm W ≤ 250 mm 12,5 12,5 12,5 W = 155 mm W ≤ 250 mm 12,5 12,5 ≥ 155 mm (met dagkant / zonder dagkant) Afb.
Pagina 29
Inbouw Flexibele wand > Droge montage met vierkante droge in... W = 155 mm W ≤ 250 mm W ≤ 250 mm 12,5 12,5 12,5 W = 155 mm W ≤ 250 mm 12,5 12,5 ≥ 155 mm (met dagkant / zonder dagkant) Afb.
Inbouw Brandscheidingen 5.7 Brandscheidingen W ≥115 12,5 12,5 a ≥10 ≤ 312,5 ≤ 312,5 Afb. 19: Brandscheiding ① ⑥ Dubbellaags beplating, aan beide zijden van het Dagkant ⑦ metalenprofiel UW-Profiel ② ⑧ CW-profiel, bij nominale grootten ∅DN 450 - 800 Staalplaat inlage ③...
Pagina 31
Inbouw Brandscheidingen Metalen profielen Afb. 20: Metalen profielen, eenvoudige uitvoering ① UW-Profiel ⑧ 2 × Schroef Ø 6 mm met metalen-/keilbout ② CW-Profiel ⑨ Schnelbouwschroef Ø 3,9 × 35 mm ③ UA-Profiel ⑩ UA aansluitprofiel bouwelement volgens instructies ④ Montageschroeven TB van de fabrikant ⑤...
Pagina 32
Inbouw Brandscheidingen Afb. 21: Metalen profielen, dubbele uitvoering ① UW-Profiel ⑧ 2 × Schroef Ø 6 mm met metalen-/keilbout ② CW-Profiel ⑨ Schnelbouwschroef Ø 3,9 × 35 mm ③ UA-Profiel ⑩ UA aansluitprofiel bouwelement volgens instructies ④ Montageschroeven TB van de fabrikant ⑤...
Inbouw Brandscheidingen > Natte montage 5.7.1 Natte montage 1 1 5 W ≥ W ≥ 115 32,5 32,5 a ≥10 Afb. 22: Natte montage ① UW-Profiel (omlopend) Ⓐ Montagezijde ② UA-Profiel Ⓑ Bedieningszijde ③ Montageschroeven Afstand tussen twee brandkleppen 40 mm tot 80 mm ④...
Pagina 34
Inbouw Brandscheidingen > Natte montage Lichte scheidingswanden met metalen frame en beplating aan beide zijden, W ≥ 115 mm, verdere specificaties Ä op pagina 30. Afstand van de brandklep tot dragende bouwdelen ≥ 40 mm Afstand tussen twee brandkleppen ≥ 200 mm. Bij flens tegen flans 40 mm tot 80 mm (één sparing) ...
Inbouw Schachtwand met metalen profiel 5.8 Schachtwand met metalen profiel ≤ 625 ≥ 90 a ≥ 10 Afb. 23: Lichte scheidingswanden met metalen profiel en eenzijdige beplating ① UW-Profiel ② CW-Profiel ③ Schroeven of nieten ④ Dubbellaagse beplating, aan een zijde van het metalen frame ⑤...
Inbouw Schachtwand met metalen profiel > Natte montage Bij de natte inbouw vanaf grootte ∅450 het frame met vier extra profielen ⑦, die in een hoek van 45° inge- – bouwd worden, versterken. Inbouwopening ⃞ A [mm] Inbouwsituatie Nominale grootte ⃞A = ∅DN + 80...
Inbouw Schachtwanden zonder metalen profiel 5.9 Schachtwanden zonder metalen profiel ≤ 2000 ≤ 2000 W ≥ 50 W ≥ 50 a ≥ 10 Afb. 25: Schachtwand zonder metalen profiel en eenzijdige beplating Ⓐ Wandkonstruktie voor de grootten ∅315 – 400 mm Ⓑ...
Luchtkanaal aansluiten Begrenzing van de kanaaluitzetting > Elastische aansluitingen Luchtkanaal aansluiten 6.1.1 Elastische aansluitingen 6.1 Begrenzing van de kanaaluitzetting Afb. 28: Brandkleppen met elastische aansluitingen Afb. 27: Beperken van krachten ① Verlengdeel Luchtkanalen moeten zo aangelegd worden, dat in ② Elastische aansluiting geval van brand deze geen aanzienlijke krachten op de Ⓐ...
Luchtkanaal aansluiten Revisie opening 6.2 Afsluitrooster 6.3 Revisie opening Voor onderhouds en reinigingswerkzaamheden moeten de brandkleppen inwendig toegankelijk blijven. Hiervoor moeten afhankelijk van de inbouwsituatie extra revisie- openingen in de aangesloten kanalen gemaakt worden. Afb. 29: Brandklep met een afdekrooster ①...
Voeding aansluiten Potentiaalvereffening Voeding aansluiten 7.2 Veerretourmotor aansluiten Personeel: Algemene veiligheidsinstructie Elektriciens GEVAAR! 230 V AC 110 – 230 V AC 24 V 24 – 48 V DC Stroomstoot bij aanraking van spanningsgeleidende N(–) L(+) N(–) L(+) onderdelen. Electrische onderdelen staan onder een gevaarlijke electrische spanning.
Functie testen Brandklep met smeltlood Functie testen Brandklep openen Algemeen Bij het gebruik van brandkleppen zullen deze bij een gewone temperatuur open staan. Voor een functiecon- trolle is het noodzakelijk de brandklep te sluiten en weer te openen. 8.1 Brandklep met smeltlood Brandklep sluiten Afb.
Functie testen Brandklep met veerretourmotor 8.2 Brandklep met veerretourmotor Brandklep met veerretourmotor openen/sluiten Statusweergave Afb. 35: Thermo-electrisch signaleringsmechanisme ① Knop voor de functiecontrole ② Controle-lamp Afb. 36: Functiecontrole De controlelamp ② van het thermo-electrische signale- ringsmechanisme brandt, als: VOORZICHTIG! de voedingsspanning aanwezig is en ...
Pagina 44
Functie testen Brandklep met veerretourmotor Brandklep met de handslinger openen Afb. 37: Klepstandaanwijzer ① Klepblad gesloten ② Klepblad geopend Afb. 38: Functiecontrole Functiecontrolle met een automatische stuureen- GEVAAR! heid Gevaar door een functiestoring van de brandklep. Bij brandkleppen met een veerretourmotor, kan de func- Wordt de brandklep met de handslinger geopend, is tiecontrole als alternatief door een automatische stuur- er in geval van brand geen thermische signalering...
Pagina 45
Functie testen Brandklep met veerretourmotor Brandklep met de handslinger sluiten Afb. 39: Functiecontrole VOORZICHTIG! Kans op verwondingen bij het insteken van de hand in de klep. Bij de bediening van het activeringsme- chanisme niet in de brandklep grijpen. Voorwaarden Brandklep is geopend ...
Inbedrijfname Inbedrijfname Voor de ingebruikname Voor de eerste ingebruikname moeten de brandkleppen door een inspectie voor het vaststellen en beoordelen van de huidige stand van zaken getest worden. Hier- Ä op pagina 50 aange- voor moeten de in de tabel geven inspecties worden uitgevoerd.
Onderhoud Smeerpunten Onderhoud Onderhoud De brandklep en de veerretourmotor zijn inzake het 10.1 Algemeen gebruik onderhoudsvrij, echter moeten brandkleppen, samen met de luchtkanalen, regelmatig schoongemaakt Algemene veiligheidsinstructie worden. GEVAAR! Reiniging Stroomstoot bij aanraking van spanningsgeleidende onderdelen. Electrische onderdelen staan onder een Het reinigen van de brandkleppen kan met een droge of gevaarlijke electrische spanning.
Onderhoud Smeltlood verwisselen Schroef ④ losdraaien en de standschijf ⑤ naar 10.3 Smeltlood verwisselen boven wegtrekken Afb. 41: Deksel afnemen Afb. 44: Smeltloodhouder demonteren Brandklep sluiten Schroeven ⑥ van de smeltloodhouder ⑦ los- Schroef ① van het deksel ② losdraaien. draaien en de smeltloodhouder naar voren uit- trekken, de houder daarbij 90°...
Pagina 49
Onderhoud Smeltlood verwisselen Smeltloodhouder in de brandklep schuiven en met de schroeven ⑥ bevestigen. Afb. 46: Standschijf monteren Smeltloodhouder ⑦ naar voren trekken en vast- houden. Standschijf ⑤ van boven op de hendel ⑧ schuiven. Let op, dat de standschijf op de gebogen lip ⑨...
Onderhoud Inspectie en onderhoudsmaatregels 10.4 Inspectie en onderhoudsmaatregels Interval Onderhoudswerkzaamheid Personeel Bereikbaarheid van de brandklep Vaklieden Uit- en inwendige toegangkelijkheid – Toegankelijkheid herstellen Inbouw brandklep Vaklieden Ä 14 Inbouw in wanden/plafonds volgens de gebruiksaanwijzing – Brandklep correct monteren Transport en montagebeveiliging (indien aanwezig) Vaklieden Transport- en montagebeveiliging verwijderd...
Pagina 51
Onderhoud Inspectie en onderhoudsmaatregels Interval Onderhoudswerkzaamheid Personeel Schoonmaken van de brandklep Vaklieden Geen inwendige en uitwendige verontreinigingen aan de brandklep Geen roestvorming aan de brandklep – Verontreinigingen met een vochtige doek verwijderen – Roest verwijderen, of het onderdeel vervangen Intervallen A = Inbedrijfname B = Periodiek...
Buiten gebruik stellen, uitbouwen en afvoer... Buiten gebruik stellen, uitbouwen en afvoeren Definitieve buitengebruikname Luchtinstallatie uitschakelen. Voedingsspanning uitschakelen. Uitbouwen GEVAAR! Stroomstoot bij aanraking van spanningsgeleidende onderdelen. Electrische onderdelen staan onder een gevaarlijke electrische spanning. – Aan de electrische componenten mogen enkel vakbekwame electromonteurs werken.