Opslag
1.
Vanuit SMS-instell. selecteert u Opslag:
•
SIM (standaard) om berichten op de simkaart op te slaan.
•
Telefoon om berichten in het telefoongeheugen op te slaan.
2.
Druk op OK om te bevestigen.
SMS-centrale
1.
Vanuit SMS-instell. selecteert u SMS-centrale � Bewerken.
2.
Voer het nummer van het servicecentrum in. Gebruik Wissen om te
wissen.
3.
Druk op OK om te bevestigen.
Celinformatie
U kunt van uw serviceprovider berichten over diverse onderwerpen ont-
vangen, zoals het weer of verkeersinformatie voor een bepaalde regio.
Neem contact op met uw serviceprovider voor informatie over de beschik-
bare kanalen en de relevante kanaalinstellingen. Cell-broadcastberichten
kunnen niet tijdens roaming worden ontvangen.
1.
Vanuit SMS-instell. selecteert u Celinformatie:
•
Activering om informatie Aan of Uit te zetten.
•
Lees om het bericht te lezen.
Talen om de taal Aan of Uit te selecteren.
•
Instellingen om te selecteren van welke kanalen u berichten wilt
•
ontvangen. Gebruik de opties Abonneren, Abonnement annule-
ren, Toevoegen, Bewerken en Wissen om de kanalen op te
geven.
2.
Druk op OK om te bevestigen.
Invoermethode
Met Invoermethode kunt u selecteren of u uw sms-berichten wilt schrijven
met speciale, eigen taalspecifieke tekens (Unicode) of met eenvoudigere
tekens. Automatisch staat het gebruik van speciale tekens toe. Speciale te-
kens gebruiken meer ruimte en de omvang van elk bericht wordt hierdoor
beperkt tot 70 tekens. Het gsm-alfabet zet alle speciale tekens om in ge-
wone letters uit het alfabet. Zo wordt Î bijvoorbeeld I. Elk bericht kan 160
tekens bevatten.
1.
Vanuit SMS-instell. selecteert u Invoermethode:
Nederlands
29