De Luchtleiding Aansluiten - Graco G40 Instructies
Verberg thumbnails
Zie ook voor G40:
- Instructies (13 pagina's) ,
- Bedieningsinstructies (40 pagina's) ,
- Bedieningsinstructies (40 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
De luchtleiding aansluiten
1. Installeer een lucht-/waterscheider en een luchtfilter
om zeker te zijn van de toevoer van schone, droge
lucht naar het pistool. Vuil en vocht in de leiding
kunnen de kwaliteit van het spuitwerk verknoeien.
2. Installeer een luchtdrukregelaar in de
luchttoevoerleiding naar elk pistool.
3. Bij spruitstukken met gescheiden ventilator-
en vernevelingspoorten moet de lucht voor de
pistoolcilinder, de ventilator en de verneveling
gescheiden worden aangevoerd en gereguleerd.
Voor het handbediende klepspruitstuk is slechts
één toevoerleiding nodig voor de lucht voor zowel
de vernevelingslucht als de lucht voor de ventilator.
Er moet een luchtdruk van minimaal 0,34 MPa
(3,4 bar, 50 psi) naar de cilinder worden geleid,
wil hij goed werken. Stel de vernevelingslucht
zo in dat het hele patroon wordt verneveld.
Het spuitpatroon wordt allereerst geregeld door
het tipformaat. Gebruik de lucht van de ventilator
alleen indien deze nodig is om het patroonformaat
enigszins bij te stellen.
311653K
4. Installeer een zelfontlastend hoofdluchtafsluitventiel
in de hoofdluchtleiding. Installeer in iedere
luchtleiding naar een pomp een apart zelfontlastend
ventiel, zodat lucht kan ontsnappen die opgesloten
is komen te zitten tussen het ventiel en de pomp
nadat het ventiel is gesloten.
Het zelfontlastend luchtafsluitventiel moet in het
systeem aanwezig zijn, om te zorgen dat lucht die
is blijven zitten tussen de pomp en het ventiel kan
ontsnappen nadat de luchtregelaar gesloten is.
Opgesloten lucht kan de pomp onverwachts aan
het lopen brengen, waardoor ernstig letsel kan
worden veroorzaakt.
5. Installeer een zelfontlastend luchtafsluitventiel
op elke toevoerleiding naar een pistool,
stroomafwaarts van de luchtregelaar van
het pistool, om de luchttoevoer naar het
pistool te kunnen afsluiten.
6. Bij spruitstukken met aparte ventilator- en
vernevelingspoorten moet u een afzonderlijke
luchttoevoerleiding aansluiten op de
vernevelingsluchtinlaat (D) en de cilinderluchtinlaat
(C) van het pistool. Sluit een luchttoevoerleiding
aan op de ventilatorluchtinlaat (E) indien gewenst.
Zie F
. 6. Voor het handbediende klepspruitstuk
IG
is slechts één toevoerleiding nodig voor de lucht
voor zowel de vernevelingslucht als de lucht voor
de ventilator.
De vernevelingsluchtinlaat en de
ventilatorluchtinlaat van het pistool zijn compatibel
met buizen met een buitendiameter van 9,5 mm (3/8
inch). De luchtinlaat van de cilinder is geschikt voor
een buis met een buitendiameter van 6,3 mm (1/4
inch).
Installatie
9
Advertenties
Inhoudsopgave
