–
Verwarmen en koelen: voor het gebruik van systeem met twee of vier leidingen waarmee
een ruimte verwarmd of gekoeld wordt. Daarbij wordt tussen verwarmen en koelen
omgeschakeld via een centrale omschakeling (tweeleidingensysteem) of handmatig en/of
automatisch via de ruimtetemperatuurregelaar voor een individuele ruimte
(vierleidingensysteem).
–
Verwarmen en koelen met extra stand: naast de verwarmings- en koelfuncties kan steeds
een extra stand met een standalone regelaartype worden geparametreerd.
Opmerking
Deze parameter is alleen beschikbaar als de parameter 'Apparaatfunctie' op
'Enkel apparaat' of 'Masterapparaat' staat.
10.1.3
Algemeen – bedrijfsmodus na reset
Opties:
In de bedrijfsmodus na reset werkt het apparaat na een herstart zolang totdat eventueel een
nieuwe bedrijfsmodus door bediening van het apparaat of communicatieobjecten worden
ingesteld. Deze bedrijfsmodus moet tijdens de planningsfase worden gedefinieerd. Bij een
onjuist gedefinieerde bedrijfsmodus kunnen en comfortbeperkingen en een hoger
energieverbruik ontstaan.
–
Comfort: als de ruimtetemperatuur niet automatisch verlaagd en de ruimte daarom
onafhankelijk van de toepassing gebruikt wordt.
–
Stand-by: als de ruimte automatisch bijvoorbeeld met een aanwezigheidsmelder afhankelijk
van de toepassing wordt gebruikt.
–
Ecobedrijf: als de ruimte automatisch of handmatig afhankelijk van de toepassing wordt
gebruikt.
–
Vorst-/hittebeveiliging:als in de ruimte alleen de gebouwbeschermingsfunctie na reset nodig
is.
Opmerking
Deze parameter is alleen beschikbaar als de parameter 'Apparaatfunctie' op
'Enkel apparaat' of 'Masterapparaat' staat.
KNX Technisch Handboek 2273-1-8914 / 2CKA002273B8914
Applicatie-/parameterbeschrijvingen
Comfort
Stand-by
Ecobedrijf
Koelen met extra stand
Vorst-/hittebeveiliging
Applicatie 'Object-RTR
│31