Voor schade die ontstaat door het niet in acht nemen van het handboek aanvaardt ABB geen aansprakelijkheid. Als u meer informatie nodig heeft of vragen heeft over het apparaat, wendt u zich tot ABB of bezoekt ons op internet: www.BUSCH-JAEGER.com KNX Technisch Handboek 2273-1-8914 / 2CKA002273B8914 │7...
Toch bestaan er restrisico's. Om gevaren te vermijden, dient u de veiligheidsinstructies te lezen en op te volgen. Voor schade die ontstaat door het niet in acht nemen van de veiligheidsinstructies aanvaardt ABB geen aansprakelijkheid. Gebruikte aanwijzing en symbolen De volgende aanwijzingen wijzen op bijzondere gevaren in de omgang met het apparaat of geven nuttige aanwijzingen.
Ieder gebruik dat niet wordt genoemd in Hoofdstuk 2.2 “Beoogd gebruik“ op pagina 9 geldt als niet beoogd en kan leiden tot letsel en materiële schade. ABB is niet aansprakelijk voor schade die door niet beoogd gebruik van het apparaat ontstaat. Het risico draagt uitsluitend de gebruiker / exploitant.
Veiligheid Doelgroep / personeelskwalificatie De installatie, inbedrijfname en het onderhoud van het apparaat mogen uitsluitend worden uitgevoerd door erkende elektrotechnische installateurs. De elektrotechnische installateur moet dit handboek gelezen en begrepen hebben en de instructies opvolgen. De elektrotechnische installateur moet zich houden aan de in zijn land geldende nationale voorschriften over installatie, functiecontrole, reparatie en het onderhoud van elektrische producten.
Veiligheid Veiligheidsinstructies Gevaar – Elektrische spanning! Elektrische spanning! Levensgevaar en brandgevaar door elektrische spanning van 230 V. Bij direct of indirect contact met spanningsgeleidende delen ontstaat een gevaarlijke doorstroming van het lichaam. Elektrische schok, brandwonden of de dood kunnen het gevolg zijn. Werkzaamheden aan het 230V-net mogen uitsluitend worden uitgevoerd ■...
Veiligheid Milieu Denk aan de bescherming van het milieu! Oude elektrische en elektronische apparaten mogen niet bij het huishoudelijke afval worden gegooid. – Het apparaat bevat waardevolle grondstoffen die kunnen worden hergebruikt. Geef het apparaat daarom af bij een verzamelpunt voor afgedankte apparatuur.
Opbouw en functie Opbouw en functie Afb. 1: Productoverzicht [1] Draagring (niet bij levering inbegrepen) [2] Inbouwsokkel [3] Afdekraam (niet bij levering inbegrepen) [4] Centraalplaat (niet bij levering inbegrepen) De ruimtetemperatuurregelaar detecteert de ruimtetemperatuur en regelt de verwarming of koeling. Met ruimtetemperatuurregelaar kunnen bovendien systemen met twee / vier buizen ( 2/4 pipe fan-coil-eenheden) en conventionele airconditioners worden bestuurd.
Opbouw en functie Levering Inbegrepen bij de levering zijn: inbouwsokkel [2] ■ Zie afbeelding op Pagina 13. Draagring [1], afdekraam [3] en centraalplaat [4] afzonderlijk bestellen. Opmerking Afhankelijk van de toepassing kunnen centraalplaten met verschillende bedrukking worden gekozen. Informatie over mogelijke schakelaarprogramma's vindt u in de elektronische catalogus (www.busch-jaeger-catalogus.nl).
Technische gegevens Technische gegevens Benaming Waarde Voeding 24 V DC (via buslijn) Busdeelnemer 1 (≤12 mA) Busaansluitklem: 0,4 … 0,8 mm Aansluiting Kabeltype: J-Y(St)Y, 2 x 2 x 0,8 mm Isolatie strippen: 6 … 7 mm Beschermingsgraad IP20 Omgevingstemperatuur -5 °C … +45 °C Opslagtemperatuur -20 °C …...
Aansluiting, inbouw / montage Aansluiting, inbouw / montage Gevaar – Elektrische spanning! Installeer de apparaten uitsluitend wanneer u over de vereiste elektronische kennis en ervaring beschikt. Door een niet vakkundig uitgevoerde installatie brengt u het eigen leven en ■ dat van de gebruikers van de elektrische installatie in gevaar. Door een niet vakkundig uitgevoerde installatie kan aanzienlijke materiële ■...
Aansluiting, inbouw / montage Montage Om het apparaat te monteren, gaat u als volgt te werk: 1. Draai het apparaat in de correcte inbouwpositie. – De markering ‘TOP’ [1] moet rechtop uitgelijnd zijn. 2. Draai de draairing in de correcte inbouwpositie.
Pagina 19
Aansluiting, inbouw / montage 5. Plaats het apparaat in de inbouwdoos en schroef hem vast. 6. Schakel het apparaat in. Het apparaat wordt geprogrammeerd met de programmeertoets [2]. 7. Als de programmering is afgesloten, steekt u het afdekraam op de draagring.
Inbedrijfname Inbedrijfname Software Om het apparaat in bedrijf te kunnen nemen, moet een fysiek adres worden toegewezen. De toekenning van het fysieke adres en het instellen van de parameters gebeurt met behulp van de Engineering Tool Software (ETS). Opmerking De apparaten zijn producten in het KNX-systeem en voldoen aan de KNX- richtlijnen.
Update Update De firmware wordt met de ETS-app ‘KNX Bus Update’ geüpdatet. Opmerking De beschrijving van het updateproces kan in de elektronische catalogus (www.busch-jaeger-catalogus.nl) worden gedownload. Deze is op de apparaatpagina onder de rubriek ‘Software’ te vinden. KNX Technisch Handboek 2273-1-8914 / 2CKA002273B8914 │21...
Bediening Bediening De ruimtetemperatuurregelaar wordt bediend met de tastelementen op de centraalplaat. De precieze werkwijze wordt met de applicatie van het apparaat en de parametrering vastgelegd. Voor het apparaat zijn omvangrijke parameters in één applicatie beschikbaar. De parameteromvang vindt u in Hoofdstuk 10 “Applicatie-/parameterbeschrijvingen“ op pagina 29 (alleen in de talen DE, EN, ES, FR, IT en NL).
Bediening Bedrijfsmodi Het apparaat heeft de volgende bedrijfsmodi: Display Bedrijfsmodus Comfortbedrijf – Toepassing: U bevindt zich in voor langere tijd in de ruimte; de comforttemperatuur moet worden bereikt. – Gedrag RTR: Op het display wordt de ingestelde temperatuur aangegeven. De regelaar regelt op deze temperatuur.
Bediening 8.3.1 In- en uitschakelen Afb. 8: Bedieningselementen Inschakelen 1. Druk op de toets [3]. De functies die voor het uitschakelen actief waren worden geactiveerd. Op het display verschijnt de ingestelde temperatuur. Uitschakelen Houd de toets [3] ingedrukt totdat de indicatie knippert. 2.
Bediening 8.3.3 Ventilatorstand instellen Houd de toets [3] ingedrukt totdat de indicatie knippert. 2. Druk de toets [3] nog een keer meerdere keren in totdat de functie ‘Ventilatorstanden’ verschijnt. 3. Selecteer met de toetsen [2] en [4] de gewenste Afb. 9: Indicatie ventilatorstand.
Bediening 8.3.5 Bedrijfsstatus wisselen (verwarmen / koelen) Houd de toets [3] ingedrukt totdat de indicatie knippert. 2. Druk de toets [3] nog een keer meerdere keren in totdat de functie ‘Bedrijfsstatus verschijnt. 3. Kies met de toetsen [2] en [4] de gewenste Afb.
Onderhoud Onderhoud Het apparaat is onderhoudsvrij. Bij beschadiging, bijvoorbeeld bij transport of opslag, mogen geen reparaties worden verricht. Als het apparaat wordt geopend, vervalt de aanspraak op garantie! Het apparaat moet toegankelijk zijn om een correcte werking, keuring, visuele controle, onderhoud en reparaties mogelijk te maken (volgens DIN VDE 0100-520).
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Reiniging Applicatie-/parameterbeschrijvingen Het volgende toepassings-(applicatie)programma is beschikbaar: Toepassings-(applicatie)programma Continu / schakelen verwarmen koelen TP/7 Het applicatieprogramma voor de ruimtetemperatuurregelaar bevat de hieronder aangegeven applicaties. KNX-applicatie RTR-instellingen Bedieningsinstellingen Toets rechtsboven Afhankelijk van het gekozen apparaat en de gekozen applicatie geeft de software Engineering Tool Software (ETS) verschillende parameters en communicatieobjecten aan.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Object-RTR 10.1 Applicatie ‘Object-RTR 10.1.1 Algemeen – apparaatfunctie Opties: Enkel apparaat Masterapparaat Slaveapparaat – Enkel apparaat: het apparaat wordt in een ruimte afzonderlijk als kamerthermostaat ingezet. – Masterapparaat: in een ruimte bevinden zich minimaal twee kamerthermostaten. Eén apparaat moet daarbij het masterapparaat en andere als slave- apparaten/temperatuursensoren worden geparametreerd.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Object-RTR – Verwarmen en koelen: voor het gebruik van systeem met twee of vier leidingen waarmee een ruimte verwarmd of gekoeld wordt. Daarbij wordt tussen verwarmen en koelen omgeschakeld via een centrale omschakeling (tweeleidingensysteem) of handmatig en/of automatisch via de ruimtetemperatuurregelaar voor een individuele ruimte (vierleidingensysteem).
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Object-RTR 10.1.4 Algemeen – extra functies Opties: – Deze parameter schakelt extra functies en communicatieobjecten vrij, bijvoorbeeld raamcontact en aanwezigheidsmelder. 10.1.5 Algemeen – cyclisch ‘in werking’ zenden (min) Opties: Instelmogelijkheid tussen 5 – 3000 minuten – Het communicatieobject ‘in werking’ dient ter informatie, dat de regelaar nog werkt. Er wordt cyclisch de waarde ‘1’...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Object-RTR 10.1.7 Regeling verwarmen – soort stelgrootte Opties: 2-punts 1 bit, uit/aan 2-punts 1 byte, 0/100% PI continu, 0-100% PI PWM, aan/uit Fan-coil Via het regelaartype wordt de regelingsklep voor de aansturing gekozen. – 2-punts 1 bit, uit/aan: de 2-punts regeling is het eenvoudigste type regeling. De regelaar schakelt in als de ruimtetemperatuur onder een bepaald niveau (ingestelde temperatuurwaarde min hysteresis) gedaald is en uit op het moment dat een bepaalde waarde (ingestelde temperatuurwaarde plus hysteresis) wordt overschreden.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Object-RTR 10.1.10 Regeling verwarmen – I-aandeel (min.) Opties: Instelmogelijkheid tussen 0 – 255 Het I-aandeel staat voor de nasteltijd van een regeling. Het integrale aandeel zorgt ervoor dat de kamertemperatuur langzaam de gewenste waarde nadert en deze uiteindelijk ook bereikt. Afhankelijk van het gebruikte installatietype moet de nasteltijd verschillende groottes aannemen.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Object-RTR 10.1.15 Basisstand verwarmen – hysteresis (x 0,1°C) Opties: Instelmogelijkheid tussen 3 – 255 De hysteresis van de tweepunts regelaar geeft de schommelingsbreedte van de regelaar om de gewenste waarde aan. Het onderste schakelpunt ligt bij ‘gewenste waarde min hysteresis’ en de bovenste bij ‘gewenste waarde plus hysteresis’.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Object-RTR 10.1.18 Basistand verwarmen – PWM-cyclus verwarmen (min) Opties: Instelmogelijkheid tussen 1 – 60 minuten Bij PI PWM, aan/uit worden de procentuele stelgroottes omgezet in een puls-pauzesignaal. Dat betekent dat een gekozen PWM-cyclus overeenkomstig de stelgrootte in een aan- en een uit- fase wordt opgedeeld.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Object-RTR 10.1.22 Regeling extra stand verwarmen – soort stelgrootte Opties: 2-punts 1 bit, uit/aan 2-punts 1 byte, 0/100% PI continu, 0-100% PI PWM, aan/uit Fan-coil Via het regelaartype wordt de regelingsklep voor de aansturing gekozen. – 2-punts 1 bit, uit/aan: de 2-punts regeling is het eenvoudigste type regeling. De regelaar schakelt in als de ruimtetemperatuur onder een bepaald niveau (ingestelde temperatuurwaarde min hysteresis) gedaald is en uit op het moment dat een bepaalde waarde (ingestelde temperatuurwaarde plus hysteresis) wordt overschreden.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Object-RTR 10.1.25 Regeling extra stand verwarmen – I-aandeel (min) Opties: Instelmogelijkheid tussen 0 – 255 Het I-aandeel staat voor de nasteltijd van een regeling. Het integrale aandeel zorgt ervoor dat de kamertemperatuur langzaam de gewenste waarde nadert en deze uiteindelijk ook bereikt. Afhankelijk van het gebruikte installatietype moet de nasteltijd verschillende groottes aannemen.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Object-RTR 10.1.30 Extra stand verwarmen – hysteresis (x 0,1°C) Opties: Instelmogelijkheid tussen 3 – 255 De hysteresis van de tweepunts regelaar geeft de schommelingsbreedte van de regelaar om de gewenste waarde aan. Het onderste schakelpunt ligt bij ‘gewenste waarde min hysteresis’ en de bovenste bij ‘gewenste waarde plus hysteresis’.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Object-RTR 10.1.32 Extra stand verwarmen – cyclisch zenden van stelgrootte (min) Opties: Instelmogelijkheid tussen 1 – 60 minuten De door het apparaat gebruikte actuele stelgrootte kan cyclisch naar de bus worden verzonden. Opmerking Deze parameter is alleen beschikbaar als de parameter ‘soort stelgrootte’ ofwel op ‘2-punts 1 bit, aan/uit’, ‘2-punts 1-byte, 0/100%’, ‘PI continu, 0-100%’...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Object-RTR 10.1.34 Regeling koelen Opmerking Alleen beschikbaar als de parameter ‘apparaatfunctie’ ofwel op ‘enkel apparaat’ of ‘masterapparaat’ en de parameter ‘regelaarfunctie’ ofwel op ‘koelen, ‘koelen met extra stand’, ‘verwarmen en koelen’ of ‘verwarmen en koelen met extra standen’ staat. 10.1.35 Regeling koelen –...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Object-RTR 10.1.36 Regeling koelen – soort koeling Opties: PI continu, 0-100% en PI PWM, aan/uit: Oppervlak (bijvoorbeeld koelplafond) 5°C 240min ■ Vrije configuratie ■ Fan-coil: Fan-coil 4°C 90min ■ Vrije configuratie ■ Er zijn twee voorgeprogrammeerde koeltypen (oppervlak of fan-coil) beschikbaar voor de gebruiker.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Object-RTR Opties: – Deze parameter schakelt extra functies en communicatieobjecten vrij, bijvoorbeeld ‘basisstand koelen’. 10.1.40 Basisstand koelen Opmerking Niet beschikbaar als de parameter ‘geavanceerde instellingen’ onder ‘regeling koelen op ‘ja’ staat. 10.1.41 Basisstand koelen – statusobject koelen Opties: De parameter schakelt het communicatieobject ‘status koelen vrij.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Object-RTR 10.1.43 Basisstand koelen – hysteresis (x 0,1°C) Opties: Instelmogelijkheid tussen 3 – 255 De hysteresis van de tweepunts regelaar geeft de schommelingsbreedte van de regelaar om de gewenste waarde aan. Het onderste schakelpunt ligt bij ‘gewenste waarde min hysteresis’ en de bovenste bij ‘gewenste waarde plus hysteresis’.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Object-RTR 10.1.45 Basistand koelen – PWM cyclisch koelen (min) Opties: Instelmogelijkheid tussen 1 – 60 minuten Bij PI PWM, aan/uit worden de procentuele stelgroottes omgezet in een puls-pauzesignaal. Dat betekent dat een gekozen PWM-cyclus overeenkomstig de stelgrootte in een aan- en een uit- fase wordt opgedeeld.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Object-RTR 10.1.48 Regeling extra stand koelen Opmerking Alleen beschikbaar als de parameter ‘apparaatfunctie’ ofwel op ‘enkel apparaat’ of ‘masterapparaat’ en de parameter ‘regelaarfunctie’ ofwel op ‘koelen met extra stand’ of op ‘verwarmen en koelen met extra standen’ staat. Opties: 2-punts 1 bit, uit/aan 2-punts 1 byte, 0/100%...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Object-RTR 10.1.49 Regeling extra stand koelen – soort koeling Opties: PI continu, 0-100% en PI PWM, aan/uit: Oppervlak (bijvoorbeeld koelplafond) 5°C 240min ■ Vrije configuratie ■ Fan-coil: Fan-coil 4°C 90min ■ Vrije configuratie ■ Er zijn twee voorgeprogrammeerde koeltypen (oppervlak of fan-coil) beschikbaar voor de gebruiker.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Object-RTR Opties: Deze parameter schakelt extra functies en communicatieobjecten vrij, bijvoorbeeld ‘extra stand verwarmen’. 10.1.53 Extra stand koelen Opmerking Niet beschikbaar als de parameter ‘geavanceerde instellingen’ onder ‘regeling extra stand koelen op ‘ja’ staat. 10.1.54 Extra stand koelen – werking stelgrootte Opties: normaal invers...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Object-RTR 10.1.56 Extra stand koelen – stelgrootteverschil voor zenden stelgrootte koelen Opties: 10 % De stelgroottes van de continue PI-regelaar 0 ... 100 % worden niet na iedere berekening verstuurd, maar alleen als uit de berekening een waardeverschil t.o.v. de laatste verstuurde waarde resulteert waarbij het versturen bovendien zinvol is.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Object-RTR 10.1.59 Extra stand koelen – basisbelasting min. stelgrootte (0..255) Opties: Instelmogelijkheid tussen 0 – 255 De minimale stelgrootte van de PI-regelaar geeft de minimale waarde aan die de regelaar uitgeeft. Als de minimale waarde groter dan nul is gekozen, wordt deze waarde niet onderschreden, ook als de regelaar een lagere stelgrootte heeft berekend.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Object-RTR 10.1.63 Gecombineerd verwarmen en koelen – omschakeling verwarmen/koelen Opties: Automatisch Alleen via object Lokaal / via nevenpost en via object Met deze functie kan tussen de verwarmings- en koelmodus van het apparaat worden geschakeld. – automatisch: bijvoorbeeld vierleidingensystemen waarmee op ieder moment kan worden omgeschakeld tussen verwarmen en koelen.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Object-RTR 10.1.66 Gecombineerd verwarmen en koelen – uitgave stelgrootte extra stand verwarmen en koelen Opties: Via 1 object Via 2 objecten Via deze parameter wordt ingesteld of de stelgrootte via één of twee objecten aan de airco- aktor wordt verstuurd. Als de airco-aktor afzonderlijke stelgrootte-ingangen voor verwarmen en koelen heeft of als er afzonderlijke aktoren worden gebruikt, moet de optie ‘via 2 objecten’...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Object-RTR 10.1.69 Instellingen gewenste waarden – hysteresis voor omschakeling verwarmen/koelen (x 0,1°C) Opties: Instelmogelijkheid tussen 5 – 100 De parameter legt de enkelzijde hysteresis vast voor de omschakeling tussen verwarmen en koelen als ‘gewenste waarde verwarmen comfort = gewenste koelen comfort’ actief is. Als de ruimtetemperatuur de gewenste temperatuurwaarde plus hysteresis overschrijdt vindt de omschakeling naar koelen plaats.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Object-RTR 10.1.73 Instellingen gewenste waarden – verlaging eco verwarmen (°C) Opties: Instelmogelijkheid tussen 0 – 15 Vastleggen van de temperatuur bij afwezigheid in de verwarmingsmodus. Bij apparaten met display wordt deze modus aangegeven met het eco-symbool. 10.1.74 Instellingen gewenste waarden – ingestelde temperatuur vorstbeveiliging (°C) Opties: Instelmogelijkheid tussen 5 –...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Object-RTR 10.1.77 Instellingen gewenste waarden – verhoging eco koelen (°C) Opties: Instelmogelijkheid tussen 0 – 15 Vastleggen van de temperatuur bij afwezigheid in de koelmodus. Bij apparaten met display wordt deze modus aangegeven met het eco-symbool. Opmerking Deze parameter is alleen beschikbaar als de parameter ‘regelaarfunctie’ op ‘koelen, ‘koelen met extra stand’, ‘verwarmen en koelen’...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Object-RTR 10.1.81 Instellingen gewenste waarden – actuele ingestelde waarde zenden Opties: cyclisch en bij verandering alleen bij verandering De actuele ingestelde waarde kan cyclisch en bij wijziging of alleen bij wijziging naar de bus verzonden worden. 10.1.82 Instellingen gewenste waarden – cyclisch zenden van actuele ingestelde temperatuur (min) Opties: Instelmogelijkheid tussen 5 –...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Object-RTR 10.1.86 Wijziging gewenste waarde – max. handmatige verhoging bij koelen (0 - 15°C) Opties: Instelmogelijkheid tussen 0 – 15 Door deze waarde kan een beperking van de handmatige verhoging in de koelmodus worden gerealiseerd. Opmerking Deze parameter is alleen beschikbaar als de parameter ‘regelaarfunctie’ op ‘koelen, ‘koelen met extra stand’, ‘verwarmen en koelen’...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Object-RTR 10.1.89 Wijziging gewenste waarde – resetten van de handmatige verstelling bij wissel van bedrijfsmodus Opties: Als het apparaat naar een nieuwe bedrijfsmodus wisselt, wordt bij geactiveerde parameter de handmatige verstelling gewist en de geparametreerde ingestelde temperatuur van de bedrijfsmodus plus een eventuele verschuiving via het object met de ingestelde basiswaarde overgenomen.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Object-RTR 10.1.93 Temperatuurdetectie – ingangen gewogen temperatuurdetectie Opties: Interne en externe meting 2 x externe meting Interne en 2x externe meting Vastlegging van de ingangen van de temperatuurdetectie van de gewogen meting, die als gemiddelde waarde als ingangsgrootte voor de regeling dienen. Opmerking Deze parameter is alleen beschikbaar als de parameter ‘ingangen temperatuurdetectie’...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Object-RTR 10.1.97 Temperatuurdetectie – cyclisch zenden van actuele werkelijke temperatuur (min) Opties: Instelmogelijkheid tussen 5 – 240 De door het apparaat gebruikte werkelijke temperatuur kan cyclisch naar de bus worden verzonden. 10.1.98 Temperatuurdetectie – waardeverschil voor zenden van de werkelijke temperatuur (x 0,1°C) Opties: Instelmogelijkheid tussen 1 –...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Object-RTR 10.1.101 Temperatuurdetectie – bedrijfsmodus bij storing Opties: Koelen Verwarmen Als de meting van de werkelijke temperatuur uitvalt, kan het apparaat de bedrijfsmodus verwarmen/koelen niet meer zelf bepalen. Daarom wordt hier de bedrijfsmodus gekozen die het beste past voor de bescherming van het gebouw. Opmerking Deze parameter is alleen beschikbaar als de parameter ‘regelaarfunctie’...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Object-RTR 10.1.105 Alarmfuncties – dauwpuntalarm Opties: Bij gebruik van koelmachines kan er tijdens de werking dauwwater ontstaan aan de koelmiddelleidingen door een sterke afkoeling en/of te hoge luchtvochtigheid. De dauwmelder meldt de dauwvorming via het object ‘dauwpuntalarm’ (alleen ontvangend). Daardoor schakelt de regelaar naar een beschermingsfunctie.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Object-RTR 10.1.110 Fan-coil instellingen – ventilatorstanden – formaat standenuitgave Opties: 0..5 0..255 1 bit m van n 1 bit 1 van n – 0..5: de standenwaarden (0..3 of 0..5) worden in het formaat 1 byte als tellerwaarden 0..3 resp.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Object-RTR 10.1.113 Fan-coil instellingen – ventilatorstanden – uitlezing standenstatus Opties: De actuele ventilatorstand voor de aansturing van een fan-coil-aktor ontvangt de regelaar ofwel door bepaling uit de standenwaardentabel onder "fan-coil-instellingen verwarmen" of "fan-coil- instellingen koelen" of door terugmelding van de fan-coil-aktor. Als hier de optie ‘ja’ wordt gekozen, wordt het object ‘status fan-coil stand’...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Object-RTR 10.1.117 Fan-coil instellingen verwarmen – max. ventilatorstand verwarmen bij ecobedrijf Opties: Instelmogelijkheid tussen 0 – 5 Vastlegging van de maximaal mogelijke ventilatorstand bij omschakeling naar ecobedrijf. 10.1.118 Fan-coil instellingen koelen Opmerking Deze parameter is alleen beschikbaar als de parameter ‘apparaatfunctie’ op ‘enkel apparaat’...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Object-RTR 10.1.122 Zomercompensatie Opmerking Deze parameter is alleen beschikbaar als de parameter ‘apparaatfunctie’ op ‘enkel apparaat’ of ‘masterapparaat’ staat. 10.1.123 Zomercompensatie – zomercompensatie Opties: Om energie te sparen en om het temperatuurverschil bij het betreden en verlaten van een gebouw met airconditioning binnen aangename grenzen te houden, zou in de zomer bij hoge buitentemperaturen een te sterke verlaging van de kamertemperatuur moeten worden voorkomen (zomercompensatie volgens DIN 1946).
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Object-RTR Typische waarden voor de zomercompensatie zijn_ 21 °C: laagste buitentemperatuurwaarde ■ 32 °C: hoogste buitentemperatuurwaarde ■ 0 K: laagste offset gewenste waarde ■ 6 K: hoogste offset gewenste waarde ■ Dat betekent dat een geleidelijke verhoging van de minimale ingestelde waarde voor koelen op de buitentemperatuur minus offset ingestelde waarde van 0 tot 6 K plaatsvindt als de buitentemperatuur van 21 °C naar 32 °C stijgt.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘Object-RTR 10.1.126 Zomercompensatie – (hoogste) eindtemperatuur voor zomercompensatie (°C) Opties: Instelmogelijkheid tussen -127 – 127 Met de parameter wordt een waarde vastgelegd voor de hoogste buitentemperatuurwaarde, vanaf welke de instelwaardecorrectie (zomercompensatie) op grond van een te hoge buitentemperatuur wordt uitgevoerd. Opmerking Deze parameter is alleen beschikbaar, als de parameter ‘zomercompensatie’...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningsinstellingen’ 10.2 Applicatie ‘bedieningsinstellingen’ 10.2.1 Algemeen – terugspringen naar primaire functie Opties: 10 s 20 s 30 s 1 min 2 min 3 min Met de parameter wordt vastgelegd na welke tijd zonder bediening wordt teruggesprongen naar de eerste functie van het bedieningselement. 10.2.2 Display voor temperatuurweergave –...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningsinstellingen’ 10.2.5 Algemeen – indicatie werkelijke temperatuur Opties: Als de weergave van de werkelijke temperatuur op het display gewenst is, moet de parameter op actief worden gezet. Daarbij geeft het apparaat primair de werkelijke temperatuur aan. Bij bediening van het bedieningselement wisselt de weergave naar de wijziging gewenste waarde. Als het bedieningselement niet wordt bediend, verschijnt na de ingestelde wachttijd weer de actuele werkelijke temperatuur op het display.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘bedieningsinstellingen’ 10.2.8 Helderheidsinstelling – dag-/nachtmodus Opties: Met het geactiveerde communicatieobject "dag/nacht" wordt de displayverlichting in dagbedrijf licht en in het nachtbedrijf donkerder weergegeven. Opmerking De werking heeft alleen betrekking op het display en geldt niet voor de toetsverlichting. 10.2.9 Helderheidsinstelling –...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten – KT 10.3 Communicatieobjecten – KT 10.3.1 Stelgrootte verwarmen Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype Stelgrootte verwarmen Uitgang 1. Schakelen (stelgrootte verwarmen/koelen) 2. Procent (0..100%) Beschrijving 1. Met het object wordt een schakelende ventielklep bediend, bijvoorbeeld een thermo- elektrische ventielklep die door een schakel-/verwarmingsaktor wordt aangestuurd. 2.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten – KT 10.3.4 Extra stand koelen Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype Extra stand koelen Uitgang 1. Schakelen 2. Procent (0..100%) Beschrijving 1. Met het object wordt een schakelende ventielklep bediend, bijvoorbeeld een thermo- elektrische ventielklep die door een schakel-/verwarmingsaktor wordt aangestuurd. 2.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten – KT Opmerking Een externe temperatuurmeting voor de ruimteregeling is eventueel bij grotere ruimtes en/of vloerverwarmingen zinvol. 10.3.7 Externe werkelijke temperatuur Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype 2-byte- Externe werkelijke temperatuur Ingang zwevendekommawaar 2-byte-communicatieobject voor de detectie van een via de KNX-bus beschikbaar gestelde externe temperatuurwaarde 10.3.8 Externe werkelijke temperatuur 2...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten – KT 10.3.10 Actuele ingestelde waarde Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype Actuele ingestelde waarde Uitgang 2-byte- zwevendekommawaar Het object geeft de actuele ingestelde temperatuurwaarde uit, die uit de geparametreerde ingestelde temperatuur in de actuele bedrijfsmodus en het actuele bedrijf, de handmatige verstelling van de ingestelde temperatuur en door wijziging van de ingestelde basistemperatuur via het object van de ingestelde basiswaarde resulteert.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten – KT 10.3.12 Bedrijfsmodus overlappend Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype 1. Bedrijfsmodus overlappend Ingang HVAC-modus 2. Bedrijfsmodus overlappend Ingang HVAC-modus (master/slave) Het object ‘bedrijfsmodus overlappend’ ontvangt de in te stellen bedrijfsmodus als 1-byte- waarde. Daarbij betekent de waarde 0 ‘overlapping inactief, de waarde 1 ‘comfort’, de waarde 2 ‘stand-by’, de waarde 3 ‘economy’...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten – KT 10.3.14 Aanwezigheidsmelder Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype 1. Aanwezigheidsmelder Ingang Schakelen 2. Aanwezigheidsmelder Ingang Schakelen (master/slave) Het object signaleert met de waarde 1 aan de regelaar dat er zich personen in de ruimte bevinden. Als er geen ander object met een hogere prioriteit aanwezig is, wordt met ‘aanwezigheidsmelder’...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten – KT 10.3.17 Basisbelasting Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype Basisbelasting In-/uitgang Schakelen Het object activeert met de waarde 1 een geparametreerde basisbelasting, d.w.z. een minimale stelgrootte die groter is dan nul. Met de waarde 0 wordt de basisbelasting uitgeschakeld. Bij uitgeschakelde basisbelasting kan bij het bereiken van de ingestelde temperatuur de stelgrootte ondanks de geparametreerde minimale waarde eventueel tot nul worden teruggezet.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten – KT 10.3.19 Fan-coil handmatig Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype 1. Fan-coil handmatig Uitgang Schakelen 2. Fan-coil handmatig (master) Uitgang Schakelen 3. Fan-coil handmatig (slave) Uitgang Schakelen Door het 1-bit-communicatieobject kan een fan-coil-aktor in de handmatige of terug in de automatische ventilatormodus worden gezet.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten – KT 10.3.21 Status fan-coil stand Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype Status fan-coil stand In-/uitgang 2-byte- zwevendekommawaar Via het object ‘status fac-coil stand’ ontvangt de kamerthermostaat de ventilatorstand die de fan-coil-aktor op dat moment uitvoert. 10.3.22 Ventilatorstand 1 Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten – KT 10.3.26 Ventilatorstand 5 Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype Ventilatorstand 5 Uitgang Schakelen Via het 1-bit communicatieobject wordt de actieve toestand (1) van de ventilatorstand uitgegeven, de andere ventilatorstanden zijn afhankelijk van de parametrering gedeactiveerd (0). Als de ventilatorstand inactief is, bevindt zich de waarde (0) op het object. 10.3.27 Ingestelde basiswaarde Nummer Naam...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten – KT 10.3.30 Condenswateralarm Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype 1. Condenswateralarm Ingang Schakelen 2. Condenswateralarm Ingang Schakelen (master/slave) Via het 1-bit communicatieobject wordt de regelaar in de condenswater-alarmmodus gezet. Daarmee wordt de actuele ingestelde waarde op de gewenste waarde van de hittebescherming ingesteld, zodat een beschadiging van de bouwsubstantie door overlopen van de condensaat- opvangbak wordt vermeden.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten – KT 10.3.32 Zomercompensatie actief Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype Zomercompensatie actief Uitgang Schakelen Via het 1-bit communicatieobject wordt via de bus weergegeven of de zomercompensatie actief (1) of inactief (0) is. Als deze actief is, wordt de ingestelde temperatuur voor de koelmodus door de zomercompensatiefunctie verhoogd.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten – KT 10.3.35 Aan/uit vraag Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype 1. Aan/uit vraag (master) Ingang Schakelen 2. Aan/Uit vraag (slave) Ingang Schakelen Het 1-bit-communicatieobject moet met het bijbehorende slave-communicatieobject voor de synchronisatie van de apparaten in master-/slavebedrijf worden verbonden. 10.3.36 Indicatie gewenste waarde Nummer Naam...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten – KT 10.3.39 Verwarmen/koelen vraag Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype 1. Verwarmen/koelen vraag Ingang Schakelen (master) 2. Verwarmen/koelen vraag Ingang Schakelen (slave) Het 1-bit-communicatieobject moet met het bijbehorende slave-communicatieobject voor de synchronisatie van de apparaten in master-/slavebedrijf worden verbonden. 10.3.40 Ventilatorstand handm.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten – KT 10.3.43 Regelaarstatus RHCC Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype Regelaarstatus RHCC Uitgang 2-byte- zwevendekommawaar Het communicatieobject geeft de bedrijfsmodus verwarmen/koelen, de actieve/inactieve modus, vorst- en hittealarm en storing (uitval van de meting van de werkelijke temperatuur) volgens specificatie voor de RHCC (Room Heating Cooling Controller)-status uit. 10.3.44 Regelaarstatus HVAC Nummer Naam...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten ‘Bedieningsinstellingen’ 10.4 Communicatieobjecten ‘Bedieningsinstellingen’ 10.4.1 Dag- / nachtbedrijf Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype Dag- / nachtbedrijf – Schakelen Beschrijving Met het geactiveerde communicatieobject ‘dag-/nachtbedrijf’ wordt de displayverlichting in dagbedrijf licht en in het nachtbedrijf donkerder weergegeven. Opmerking: De werking heeft alleen betrekking op het display en geldt niet voor de toetsverlichting.
Pagina 94
Een onderneming van de ABB- Aanwijzing groep Wij behouden ons te allen tijde het recht voor technische wijzigingen en Busch-Jaeger Elektro GmbH wijzigingen van de inhoud van dit Postbus document aan te brengen zonder 6710 BC Ede voorafgaande melding. Bij bestellingen gelden de...