5
Functieknop
Wijzig de opnamefunctie. (blz.104)
6
K knop
Klap de ingebouwde flitser uit. (blz.49)
7
3 knop
Geeft het menu [A Rec. Mode] weer (blz.98). Druk vervolgens op de
vierwegbesturing (5) voor weergave van het menu [Q Playback](blz.98)
(weergave), [H Set-up] (blz.99) (instellen) en [A Custom] (gebruikersfuncties).
(blz.100)
M knop
8
Indrukken om opnamegegevens weer te geven op de LCD-monitor. (blz.17)
9
Q knop
Activeert de weergavefunctie. (blz.63)
10
mc knop
Indrukken om waarden voor het diafragma en de LW-correctie in te stellen. (blz.136,
blz.141)
11
L knop
Meet de belichting voor de opname. (blz.142)
12
e-knop
Stel de sluitertijd, het diafragma en de LW-correctie in.
(blz.134, blz.136, blz.141)
13
4 knop
Bevestig de in het menu geselecteerde instelling.
14
Vierwegbesturing (2345)
Verplaats de cursor of wijzig in menu's en het functiemenu.
15
{ knop
Indrukken om het functiemenu weer te geven. Druk op de vierwegbesturing (2345)
om de volgende handeling te kiezen. (blz.102)
93
4